Al 80 jaar steun voor verzetstrijders: expositie over stichting 1940-1945 in Verzetsmuseum
In het Verzetsmuseum is vanaf morgen een nieuwe tentoonstelling te zien over de geschiedenis en de tachtig turbulente jaren van stichting 1940-1945. Een stichting die na de oorlog hulp bood aan verzets-overlevenenden, weduwen en hun families. De stichting werd nog tijdens de oorlog opgericht. "Dat gebeurde in het diepste geheim. Door 21 verschillende verzetsgroepen werd nagedacht over hoe er voor de weduwen van verzetsstrijders gezorgd kon worden na de oorlog en hoe mensen hulp konden krijgen die beschadigd uit de oorlog zoden komen", vertelt onderzoeker bij het Verzetsmuseum Jos Sinnema. Met behulp van getuigenissen konden verzetsstrijders een beroep doen op de stichting, en van daaruit een buitengewoon pensioen ontvangen. Later regelde de overheid het pensioen, maar deed de stichting nog het voorwerk. Eén van die verzetsstrijders was de vader van Mirjan Huffener, die als enige een bewapende verzetsactie overleefde. "Ik vind het een hele mooie expositie. Wat bijzonder is dat mijn vader niet de enige was die zo laat een pensioen heeft aangevraagd." Vlak na de oorlog sprak haar vader weinig over de oorlog. Ook deed hij geen beroep op de stichting. Maar door latere gebeurtenissen die verband hielden met de oorlog, kwamen onverwerkte trauma's weer naar boven en zocht hij wel hulp. "Mijn vader was altijd wel ziek, hij was flink getraumatiseerd, gedroeg zich vaak zenuwachtig. Toen hij dat pensioen kon aanvragen was het een hele opluchting voor hem. Hij werd vrolijker en hij voelde zich gesteund. Dat hij geloofd werd en dat zijn verhaal onderbouwd werd door getuigen, luchtte zo erg op", vertelt Huffener. Sociale steun Naast de pensioenregeling richtte de stichting zich ook op sociale steun voor nabestaanden. Zo waren er onder andere vakantieweken voor weduwen, kampen voor kinderen en studiebeurzen voor wezen, legt Sinnema uit. Huffener kan zich die damesvakanties van haar moeder nog wel herinneren: "Toen mijn vader was overleden, is mijn moeder gevraagd om mee te gaan. Dat vond ze echt heerlijk." Tijdens die vakanties ging het niet alleen maar over de oorlog, maar ook over luchtigere zaken. Velen van hen bleven vriendinnen. "Het waren verzetsvrouwen, maar ook wel joodse vrouwen. Iedereen wist van elkaar wat ze hadden meegemaakt", aldus Huffener.
Lees verder