Alle inspanningen ten spijt: toch weer minder achtstegroepers ingeloot op school uit top 3

Het heeft niet mogen baten: alle maatregelen van de afgelopen jaren om meer achtstegroepers op een school van hun keuze te plaatsen, hebben nog niet het gewenste effect gehad. Er zijn voor het tweede jaar op rij juist minder kinderen ingeloot op een school uit hun top 3: 91,3 procent. Vereniging van Amsterdamse schoolbesturen (OSVO) maakt dat vandaag bekend, op het moment dat de kinderen ook horen op welke school ze zijn geplaatst. Driekwart van de leerlingen (5756 in aantal) kwam terecht op de school die bovenaan hun verlanglijst stond: dat is nét iets minder dan vorig jaar. 59 pechvogels kwamen op de school van hun laatste keuze – dat is nog geen 1 procent van het totale aantal leerlingen.  Sinds twee jaar komen er relatief steeds minder kinderen terecht op de school van hun eerste keus of op een van de scholen uit hun top drie. Er wordt wel al jaren gewerkt aan een eerlijke en optimale toewijzing van het beperkte aantal plekken op middelbare scholen aan achtstegroepers met behulp van het Centrale Loting & Matchingsysteem. OSVO is toch tevreden met de resultaten, die een paar procentpunten verschillen met vorige jaren. "Kinderen komen misschien niet altijd op een populaire school terecht, maar in Amsterdam hebben we voldoende goede scholen", aldus een woordvoerder. "Uit onderzoek blijkt dat kinderen uiteindelijk toch tevreden zijn op de school waar ze geplaatst zijn." Top 9 De vereniging is bovendien blij dat er dit jaar tegemoet is gekomen aan de lang gekoesterde wens van ouders en kinderen om een kortere verlanglijst door te geven. Dit jaar konden achtstegroepers voor havo- en vwo-scholen namelijk voor het eerst niet twaalf, maar negen scholen van hun voorkeur noemen. De reden: leerlingen zouden nooit genoeg tijd hebben om twaalf scholen te bezoeken. Met een kortere wensenlijst zou voorkomen worden dat leerlingen een school moeten opgeven waar ze niet eens hebben kunnen kijken. Zo zou het Centrale Loting & Matchingsysteem, dat elf jaar geleden werd ingevoerd, weer iets eerlijker worden. Vorig jaar vervielen al de laatste voorrangsregels. Daardoor kwamen kinderen van Montessori, Dalton-, of vrij basisonderwijs niet meer sneller op een middelbare school van hetzelfde type terecht dan andere leerlingen. Ook krijgen leerlingen al geen voorrang meer op een school als daar al een broer of zus op zit. 'Veel leed en teleurstelling' Maar de Stichting Vrije Schoolkeuze (VSA) is nog steeds niet blij met de werkwijze en de resultaten van de loting van dit jaar. Dat kinderen genoegen moeten nemen met een school laag op hun voorkeurslijst, 'veroorzaakt ieder jaar veel teleurstelling en leed bij 11-jarige kinderen en hun ouders', aldus VSA. Ze vinden dat het systeem nog steeds niet transparant genoeg: kinderen en ouders missen informatie om de toelatingskansen per school adequaat in te schatten en kunnen daardoor geen goed geïnformeerde en logische keuze maken. OSVO is het daar niet mee eens en zegt rapportages van vorige jaren te verschaffen met genoeg informatie. Bovendien is het volgens hen nooit gegarandeerd dat de toelatingskansen elk jaar hetzelfde zijn.