Amsterdammers moeten te lang wachten op geestelijke gezondheidszorg

Amsterdammers die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben staan vaak te lang op een wachtlijst. Dat blijkt uit een rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) die vandaag is gepubliceerd. De onverminderde druk op de ggz heeft meerdere oorzaken. Zo stijgt de vraag nog steeds en arbeidstekorten spelen ook een rol.  In Amsterdam staan er in 2023 ruwweg 4500 mensen op de wachtlijst voor de geestelijke gezondheidszorg, dat is een stijging van zo'n 250 cliënten in vergelijking met het jaar daarvoor. Als je met een eetstoornis worstelt in Amsterdam moet je gemiddeld vijftien weken wachten. En iemand die kampt met een depressie gemiddeld twintig weken. Landelijk zijn er nu 97.000 wachtenden, dat is 13.000 meer dan in 2022. Hier zullen overigens ook dubbeltellingen bijzitten, omdat mensen bij meerdere zorgvragers op de wachtlijst kunnen staan, laat de NZa weten.  Vast staat dat in bijna alle regio's en voor alle diagnosegroepen de wachttijden langer zijn dan de zogeheten Treeknorm, dat is een norm voor de maximaal aanvaardbare wachttijd. Dit is totaal maximaal 14 weken: 4 weken voor een eerste intakegesprek en 10 weken voordat de behandeling begint.  Hoewel de wachtlijsten langer zijn geworden, laten de instroomaantallen nu minder uitschieters zien dan een jaar eerder. "Maar een aantal regio's vallen op. De grootste instroomaantallen zien we in de regio's Utrecht en Amsterdam", valt te lezen in het rapport. Woningnood zorgt voor minder aanbod Een woordvoerder van NZa laat aan AT5 weten dat in Amsterdam juist het arbeidstekort een rol speelt. "Het is een dure stad om je te vestigen waardoor het voor behandelaren een minder aantrekkelijke stad is. Soms willen behandelaren zich vestigen in Amsterdam, maar kunnen zij geen woning vinden." Daarnaast zijn er volgens de woordvoerder relatief veel onafhankelijke behandelaren in de stad. Zij kunnen niet alle zorgvragers bedienen doordat zij eigen criteria hebben. "Hierdoor zijn zorgvragers vaak aangewezen op de grotere instellingen waar al lange wachtlijsten zijn." Landelijk speelt ook het gestegen aantal verwijzingen van huisartsen naar de geestelijk gezondheidszorg mee. Het aantal verwijzingen naar de ggz is sinds 2019 gestegen van twintig per duizend ingeschreven patiënten naar 31 per duizend ingeschreven patiënten in 2022.  Ook leveren structureel meer ggz-aanbieders in 2023 wachttijdinformatie aan dan in 2022. "Hierdoor krijgen we het toegankelijkheidsprobleem in de ggz steeds beter in beeld", aldus de NZa.  Belangenbehartigers in de ggz roepen naar aanleiding van de rapportage op om meer zorg in te kopen. "Het is onacceptabel dat zoveel mensen maanden, zo niet jarenlang moeten wachten op noodzakelijke zorg", aldus MIND, de Nederlandse ggz, NVvP en het NIP in een gezamenlijk statement.  Volgens hen zijn veel aanbieders nog niet gecontracteerd terwijl zij wel aan de kwaliteitseisen voldoen. Om dit af te dwingen, moet de rol van de NZa versterkt worden. Zo wordt toezicht op en ingrijpen bij het niet voldoen aan de zorgplicht of aan tijdige en voldoende inkoop, gewaarborgd, schrijven de zorgaanbieders.  De organisaties willen dat de Tweede Kamer concrete acties gaat ondernemen om de wachttijden terug te dringen. Op 11 april vindt het commissiedebat ggz/suïcidepreventie plaats in de Tweede Kamer.

Lees verder