Amsterdamse ambulancemedewerkers krijgen meer psychische zorg door toename agressie
Heftige verkeersongelukken, verhangingen of reanimaties bij kinderen. Het zijn incidenten die ambulancemedewerkers elke maand wel een keer meemaken en die mogelijk psychische klachten kunnen veroorzaken. In de afgelopen jaren komt daarbij het toenemende geweld tegen de hulpverleners en zijn er vaker incidenten met verwarde personen. Hierdoor hebben ambulancemedewerkers vaker psychische zorg nodig. "Slecht slapen, een kort lontje thuis of collega's die wat stiller worden en zich terugtrekken." Annemiek Valent werkt al 17 jaar als ambulancechauffeur in Amsterdam en ziet hoe indringende incidenten een wissel op je psychische gezondheid kunnen trekken. Ze richtte twee jaar geleden de projectgroep mentale zorg op, om meer aandacht te krijgen voor het mentale welzijn van het personeel van Ambulance Amsterdam. Tekst gaat verder onder de foto. Die extra aandacht voor het psychisch welzijn van de hulpverleners is er nu meer. Marleen van de Kerkhof, directeur van de Amsterdamse ambulanceorganisatie, is daar ook voorstander van. "Onze hulpverleners komen met heftige incidenten in aanraking. Dat kunnen stevige verkeersongelukken zijn met slachtoffers en heftige bloedingen, reanimaties, verhangingen of agressie-incidenten, en soms kunnen incidenten ook potentieel traumatisch zijn, omdat er veel omstanders zijn die met heel veel emoties of boosheid reageren en dat kan natuurlijk ook heel veel impact hebben. " 130.000 ritten Ambulance Amsterdam rijdt per jaar zo'n 130.000 ritten. Dat betekent dat elke ambulancemedewerker een keer per maand een incident meemaakt dat mogelijk een trauma kan veroorzaken. Hoeveel medewerkers psychische klachten ervaren of uitvallen wil de Ambulance Amsterdam uit privacyoverwegingen niet delen. Maar door de verharding van de maatschappij en de toename van het aantal verwarde mensen in de stad, wordt er wel meer mentale hulp aan ambulancemedewerkers geboden dan voorheen. En dat is belangrijk zegt Jelte Bosgra, psycholoog bij traumacentrum ARQ. "Wat een hulpverlener helpt is focussen op een taak, en de stress en spanning die daarbij komt, maakt dat hij of zij zich kan focussen. Maar als er van alles omheen gebeurt moet je onder hoge stress ook kijken wat er met jou of je collega gebeurt en of je veilig bent. Zo'n situatie kan bedreigend en angstig zijn en hard binnenkomen. Omdat je je niet alleen kunt focussen op wat je eigenlijk moet doen: hulp bieden aan het slachtoffer." Bedrijfsopvangteam Na een ernstig incident kan een ambulancemedewerker standaard een zogeheten BOT-gesprek krijgen met het bedrijfsopvangteam. Dat team bestaat uit collega's die hiervoor speciaal zijn opgeleid. Als er meer hulp nodig is, wordt een bedrijfsarts, traumadeskundige of het nationaal traumacentrum ARQ ingeschakeld. Tekst gaat verder onder de foto. Ambulancechauffeur Annemiek Valent reed in 2015 op een melding af van een ernstig verkeersongeluk. Ter plaatse bleek dat haar 19-jarige zoon daar met een auto tegen een boom was gereden en de klap niet had overleefd. "Dat overstijgt alles", vertelt Annemiek. Met psychische hulp lukte het haar om te re-integreren. Haar eigen trauma leidde er ook toe om mentale gezondheid bij haar werkgever op de kaart te krijgen. Op de ambulancepost staat nu een gesprekspot waarmee ambulancepersoneel elkaar kan uitvragen hoe het écht met ze gaat. Ook organiseerde ze een symposium waarbij 220 ambulancemedewerkers en hun naasten workshops kregen van een traumadeskundige. Valent: "En iedereen krijgt nu scholing en een mentale check. Zodat het normaal wordt om het er over te hebben met elkaar, maar ook thuis of met een beste vriendin. Het wel de bedoeling dat we het lang volhouden."
Lees verder