Amsterdamse mbo'ers na afstuderen minder vaak aan het werk dan mbo'ers elders in het land

Amsterdamse mbo'ers komen na het behalen van hun diploma minder vaak aan een baan dan mbo'ers in de rest van het land. Vooral populaire afstudeerrichtingen als economie en administratie, en handel en ondernemerschap bieden het minst perspectief op werk. In alle afstudeerrichtingen zijn Amsterdamse mbo'ers minder vaak aan het werk dan mbo'ers in andere delen van het land, blijkt uit een woensdag verschenen rapport van gemeentelijk onderzoeksbureau O&S. Het gaat om een meting van de eerste zes maanden na het afstuderen. Uit een eerder onderzoek naar de impact van de covid-pandemie bleek al dat Amsterdamse mbo'ers minder vaak aan het werk zijn dan landelijk. Dat blijkt in dit vervolgonderzoek onveranderd. Sterker nog: het aantal Amsterdamse mbo'ers dat zes maanden na afstuderen zonder werk zat nam zelfs toe ten opzichte van de afstudeerjaren ervoor. Meeste kans voor technische mbo'ers Starters uit minder populaire technische afstudeerrichtingen hebben zes maanden na afstuderen het vaakst een baan. Ook ligt het uurloon onder deze groep het hoogst. Dat geldt ook voor afgestudeerde mbo'ers uit de sector zorg en welzijn, hoewel voor deze sector geldt dat in maart 2023 een sterke daling zichtbaar was in het aandeel afgestudeerden dat na zes maanden aan het werk was. Dat Amsterdamse mbo'ers na hun afstuderen minder vaak aan het werk komen kan volgens O&S, naast de studiekeuze, gedeeltelijk verklaard worden door bepaalde demografische kenmerken: zo zijn mbo-afgestudeerden met een kind, een migratieachtergrond of van ouders met een laag inkomen zes maanden na hun afstuderen minder vaak aan het werk. Daarnaast is de vraag op de Amsterdamse arbeidsmarkt volgens de onderzoekers mogelijk lager dan op de landelijke markt. 40 miljoen euro Vorig jaar trok de wethouder Sofyan Mbarki (MBO) 40 miljoen euro uit om de positie van mbo'ers op de arbeidsmarkt te versterken. Dat bleek hard nodig: het totaal aantal nieuwe inschrijvingen in het mbo in Amsterdam neemt de afgelopen jaren licht af. Volgens de wethouder onderstrepen de onderzoeksresultaten het belang om te blijven investeren in het mbo. "Daarin vragen de opgaven in de stad om een lange adem." Mbarki: "We richten onze inzet vooral op de groepen die dat het hardst nodig hebben, op de jongeren en werkenden voor wie het ontplooien van hun talenten in onze stad minder vanzelfsprekend is. We investeren in de kracht van het Amsterdamse mbo en onze arbeidsmarkt, en we zetten in op perspectief en wendbaarheid."

Lees verder