Bouwvakkers Stan en Atje graven eeuwenoude mensenbotten op in Amsterdam
Brandweer en politie schaalden donderdagmiddag groot op voor gevonden mensenbotten op de Marnixstraat in het centrum van Amsterdam bij graafwerkzaamheden. Er moest worden onderzocht of de botten niet besmet waren en dat is niet heel gek. Op de plek waar de botten werden gevonden lag in de 17e eeuw namelijk een zogeheten pestkerkhof. In de zeventiende eeuw werd Amsterdam geteisterd door een zestal golven van de pest, die soms jaren konden aanhouden. Het dodenaantal lag toen naar schatting tussen de 5000 en 23.000 Amsterdammers per jaar. De begraafplaatsen in de stad, die destijds vooral bij de kerken waren, waren te klein en in 1655 werden daarom twee speciaal daartoe gerichte 'pestkerkhoven' geopend. Die waren op de plek waar nu de Marnixstraat is: het Raamkerkhof, onderdeel van de Westerkerk, en het Palmkerkhof, onderdeel van de Noorderkerk. De twee pestkerkhoven lagen destijds aan de rand van de stad. Het Palmkerkhof werd geplaatst bij het bolwerk 'Haarlem', een gedeelte van de stadsmuur, waar nu het Eerste Marnixplantsoen zit. De begraafplaats liep vanaf het bolwerk in de richting van de Marnixstraat. Het Raamkerkhof werd gebouwd bij de oude Raampoort, ter hoogte van het Hugo de Grootplein, en liep ook richting de Westerstraat. Nu zit daar het Tweede Marnixplantsoen. "Een pestkerkhof bestond omdat de pest natuurlijk zeer besmettelijk was en omdat men de doden niet in de oude stad wilde hebben", legt Amsterdammer-kenner Tom Jongbloed uit. "Je wilde de pest natuurlijk niet oplopen, dus ik denk dat ze hier best wel eenzaam werden begraven. Het was een soort akker voor doden." Tweehonderd jaar In de pestkerkhoven werden niet alleen Amsterdammers die overleden aan de pest begraven. De twee begraafplaatsen waren namelijk in beheer van de Hervormde Kerk en Jordanezen konden daardoor ook nog 'gewoon' begraven worden vlak bij hun buurt. Dat gebeurde voor zo'n tweehonderd jaar, dus ook toen de pestperiode al lang over was. In 1865 werden zowel het Raamkerkhof als het Palmkerkhof gesloten en in 1875 kwamen de begraafplaatsen in de handen van de gemeente. Een jaar later werden de oude begraafplaatsen omgebouwd naar plantsoenen en een wandelplaats. Een paar jaar later kwam daar de Marnixstraat. Kippenbotjes Terwijl de begraafplaatsen ondertussen dus al ruim 150 jaar weer zijn gesloten, ligt de geschiedenis nog altijd maar een paar meter onder de grond. Zo bleek donderdag nog maar eens. Voor het aanleggen van de plantsoenen en de Marnixstraat werden destijds de graven geruimd, maar toen werklui afgelopen donderdag de grond ingingen bleek dat toen niet alles is weggehaald. Ze troffen bij het graven botten van mensen aan. "Ze vonden vier stukjes en toen werd er gestopt met graven", leggen Stan en Atje uit. "We komen nooit botten tegen. Ja, normaal alleen kippenbotjes, maar die liggen dan op de straat." De werklieden mochten gisteren pas naar huis nadat de GGD had vastgesteld dat alles veilig was. "Er werd ons verteld dat het te lang geleden was om nog besmettelijk te kunnen zijn. Je kan wel zeggen dat we er wel flink de pest in hadden", aldus de mannen lachend. Of er nog meer botten worden gevonden in de Marnixstraat de komende tijd moet nog blijken. Zo wel Stan en Atje als Tom Jongbloed denken van wel. "Men vindt het nog altijd op allerlei plekken in de stad, ze zullen denk ik hier ook nog wel vaker botten tegenkomen."
Lees verder