Britt en Irene fietsen langs daklozen met koffie en eten: "De straat is een schijtleven"
Over twee weken – op 1 april – sluit de winteropvang voor dak- en thuislozen. "Dat betekent dat een grote groep mensen terug op straat terechtkomt", vertelt Britt Bom. Zij en andere vrijwilligers van de Protestantse Diaconie rijden wekelijks met een bakfiets door de stad om daklozen een kop koffie, iets te eten of een luisterend oor te bieden. AT5 fietst een middag mee en ziet hoe mensen op straat belanden en zich proberen te redden. Vrijwilligers Britt en Irene zetten kannen koffie klaar en verdelen vers gemaakte pasta pesto in bakjes. Een nieuwe lading maaltijden om uit te delen aan mensen op straat. Vanaf de Protestantse Diaconie op de Nieuwe Herengracht in het centrum maken ze zo’n drie keer per week een ronde door de stad met de Koffiets. Dat is een elektrische fiets met een grote bak waar genoeg eten en drinken in zit om een stuk of dertig dak- of thuislozen iets aan te bieden. Die dertig koppen koffie staan in schril contrast met de 17.000 dak- en thuislozen die de stad naar schatting telt. Op dat aantal kwam de Regenbooggroep eind vorig jaar uit met een nieuwe telmethode, waarbij ook 'onzichtbare dakloosheid' wordt meegerekend. Dat zijn mensen die niet op straat leven, maar ook geen vast woonadres hebben. Zij slapen bij vrienden of familie op de bank, of wonen in een auto of caravan. Het aantal verbaast Bom niet. Ook zij zag het afgelopen jaar veel nieuwe gezichten op straat. "Veel inloophuizen zitten vol en het bestaande beleid is ook al niet zo humaan. Er komen veel jonge mensen naar Nederland om te werken. Dat werk vinden ze niet en om de een of andere reden belanden ze op straat. We zien ook steeds meer ongedocumenteerden, zowel Europese als niet-Europese", vertelt ze. Veel daklozen die we spreken hebben niet zoveel zin om over hun situatie vertellen. Ze schamen zich en zijn bovendien heel kwetsbaar. Een Franse man schiet behoorlijk uit zijn slof als we hem vragen naar zijn situatie. “Ik ben uit mijn huis gezet. Ik heb wel papieren, maar de regelingen zijn zo verschrikkelijk slecht. Ik zou dood moeten zijn.” De vrijwilligers gaan graag het gesprek aan met deze mensen. “Om te de-escaleren”, vertelt Bom. Ze willen de mensen op straat een gezicht geven en hun menselijke kant laten zien. Een Bulgaarse man warmt zijn handen aan de koffie en vertelt over zijn leven op straat. “De gemeente of politie komt ons ’s ochtends wakker maken. Maar het is geen ‘goedemorgen’. Ik heb geen verzekering en weet niet waar ik kan wonen", vertelt hij. Toen hij al dakloos was, werkte hij een tijd bij een fastfoodrestaurant in Noord. Hij laat ook een map vol documenten zien. “Ik heb alle papieren, maar ik kan geen huis huren. Het is te duur. Ik wil werken en ik wil in Nederland blijven, maar waar ik kan wonen weet ik niet. Niemand wil op straat leven. De straat is een schijtleven", zegt hij. Britt en Irene horen het aan en knikken, maar meer dan de koffie, een maaltijd en hier en daar een schone onderbroek of sokken kunnen ze niet bieden. “De verhalen zijn schrijnend. We verwijzen mensen door, zijn een vraagbaken, maar met de bakfiets lossen we het probleem niet op. We verzachten het alleen", vertelt Bom.
Lees verder