Brug over het IJ gaat meer kosten: onderdelen blijken duurder dan gedacht

De kosten voor de fietsbrug over het IJ lijken hoger uit te vallen dan de 320 miljoen euro die de gemeente eerst had geraamd voor het project. Een aantal onderdelen die nodig zijn om de brug te bouwen blijken meer te kosten dan dat de gemeente had verwacht. Hoeveel de brug nu moet gaan kosten, is nog niet duidelijk.  De wens voor een brug over het IJ bestaat inmiddels al zo'n tweehonderd jaar, en bij een wens bleef het ook een lange tijd. De gemeente noemde het  'uitermate complex' om het project voor elkaar te krijgen, maar vorig jaar juli was de financiering voor het project rond. De kosten werden geraamd op 320 miljoen euro, waarvan de gemeente en de Vervoerregio ieder de helft gaan betalen. Alleen klopt die raming niet meer, zo schrijft Verkeerswethouder Melanie van der Horst in een brief aan de gemeenteraad. Dat komt doordat de kosten voor de aanvaarbescherming hoger blijken, de fundering van de brug dieper in het IJ moet dan verwacht en doordat er meer delen van de brug van staal moeten worden gemaakt. Hoeveel extra geld er voor de brug nodig gaat zijn, wordt de komende tijd verder berekend. Vasthouden aan 2034  Wethouder Van der Horst laat in een reactie weten dat de gemeente in gesprek gaat met het ministerie, Rijkswaterstaat en andere partners om de kostenstijging te beperken. "Daarna gaan we met de Vervoerregio in gesprek, om te kijken hoe we de eventuele kostenstijging kunnen opvangen. Deze gesprekken vinden op korte termijn plaats." Ondanks de prijsstijging houdt de gemeente wel vast aan de openingsdatum van 2034 voor de brug. De bedoeling is dat in 2026 het definitieve ontwerp wordt vastgesteld. 

Lees verder