Casper Hovinga stopt na 60 jaar als taxichauffeur: "Mooiste beroep van de stad"
Hij startte toen hij 21 was, en nu na zestig jaar stopt hij als taxichauffeur. Casper Hovinga heeft die tientallen jaren veel meegemaakt achter het stuur, en om bij dit jubileum stil te staan neemt hij ons mee langs memorabele plekken in de stad. Vanaf zijn woning op de Westerstraat fietst of loopt hij dagelijks naar de parkeergarage bij het Marnixplein. In hetzelfde pak stapt hij elke dag achter het stuur: "Drie ritjes per dag maak ik, meer lukt niet meer." Hij neemt ons eerst mee naar het Haarlemmerplein. De plek waar zijn werkdagen beginnen: "Dit is de dichtstbijzijnde taxistandplaats, dus hier haal ik meestal de eerste passagiers op." Maar op dit plein vonden ook protesten plaats tegen de treintaxi's. In 1993 start de NS deze service vanaf Amsterdam Zuid. Maar dit levert grote concurrentie op voor de dan al bestaande taxidiensten. Tot groot ongenoegen van huidige chauffeurs. "We reden die anderen klem en we zorgden dat ze geen kant op konden. Maar ja, dan kwam de politie er soms op af." De rellen hadden veel arrestaties tot gevolg. "Gelukkig ging de concurrent uiteindelijk weer weg." Rijke bewoners van het Prinseneiland De reden dat hij na zestig jaar stopt: "Het verkeer, vroeger mocht je nog overal rijden. Maar nu mag je het Leidseplein niet meer op, de Ferdinand Bolstraat niet meer over en ook de Kinkerstraat moet je vermijden. Ze maken het ons veel te moeilijk." En natuurlijk speelt de leeftijd van hemzelf en zijn auto ook een rol. Op het Prinseneiland wonen volgens Hovinga bijzondere Amsterdammers: "Die gaan tegenwoordig dan gebak halen in de negen straatjes, en betalen dan dertig euro voor een ritje. De reden is dan dat het heen-en-weer geklutst wordt op de fiets. Dat geld maakt ze niks meer uit!" Maar, naast de 'gewone Amsterdammer' had hij de afgelopen decennia ook flink wat sterren in de auto. Van Willie Alberti tot Youp van 't Hek. Maar ook internationale sterren namen plaats op de bijrijdersstoel. Zo kreeg hij Sammy Davis Jr. samen met Toon Hermans in zijn auto: "Ze gingen hardlopen in het Amsterdamse bos, dus in hun trainingspak werden ze door mij afgezet." Het verschil met nu is volgens de chauffeur dat de sterren tegenwoordig allemaal privé-chauffeurs hebben: "Best jammer." Hakken over de sloot Zijn examen als taxichauffeur haalde hij, maar niet met vlag en wimpel: "Ik moest me melden op het hoofdbureau van de politie op de Elandsgracht. Daar moest ik 27 routes uitleggen van plek naar plek, en ik moest een proefrit rijden. Dat lukte net, maar de agent had het vertrouwen wel, zei hij." Hovinga's eerste ritje waren twee oudere dames, veel geld verdiende hij niet: "Je fooi moest je zelf bij elkaar sprokkelen, verder kreeg ik slechts 64 gulden per week." Na zijn werkdag drinkt hij elke dag twee biertjes bij hetzelfde café: "Ik zit hier dan mensen te kijken, zo'n anderhalf uur lang. Heerlijk, en daarna plof ik op de bank thuis." Het mooiste beroep van de stad? "Taxichauffeur, ik ga mijn klanten heel erg missen." In november stopt hij met rijden.
Lees verder