Een jaar na 7 oktober: verdriet nog altijd voelbaar bij Joodse en Palestijnse Amsterdammers
Precies een jaar geleden laait de decennialange strijd tussen Hamas en Israël opnieuw op na een grootschalige aanval van Hamas op Israël. Het conflict is het afgelopen jaar verder geëscaleerd en dat is ook in Amsterdam te voelen. Twee Amsterdammers met familie in het oorlogsgebied blikken terug op een pijnlijk jaar. "Ik wist eerst niet goed hoe mensen in onze stad op de gebeurtenissen zouden reageren, het was een gevoel van eenzaamheid." Sliman Abu Amara is een Palestijnse Amsterdammer en heeft al zeker vijftien familieleden verloren vanwege de oorlog in het Midden-Oosten. "Bijvoorbeeld mijn oom en zijn kinderen, hij was hoogleraar aan de universiteit van Gaza." Ook voor Chantal Suissa-Runne was het een moeilijk jaar: "Ik weet nog hoe ik een video kreeg van een goede vriend van mij. Ik zag een kibboets waar mensen werden gemarteld op een vreselijke manier. Dat was op 7 oktober, nog voordat het internationale nieuws het bekendmaakte. Ik dacht: dat kan toch niet?" Demonstraties In Amsterdam bleef het niet stil. Wekelijks vonden er demonstraties plaats op de Dam, op universiteitsterrein en in de rest van de stad. Chantal en Sliman hebben een heel verschillend gevoel bij die demonstraties. "Ik ben voor het recht op demonstreren", begint Chantal. "Maar op het moment dat mijn Joodse gemeenschap zich daardoor onveilig voelt, is het voor mij niet meer oké." Ze vertelt hoe haar kinderen en haar vriendinnen worden bespuugd of uitgescholden wanneer ze openlijk laten zien dat ze Joods zijn. "Dat is heel vervelend om te zien, wie je ook bent en wat je achtergrond ook is." Voor Sliman waren de studenten die de straat op gingen juist een bevestiging dat Amsterdam zíjn stad is. "Ik voel me trots, de morele ruggengraat is er gewoon nog. Die was daarvoor niet genoeg uitgesproken vind ik." Hij verwijst naar het Amsterdam van de vorige eeuw waarin de demonstratiecultuur veel duidelijker zichtbaar was dan nu: "Ik had eigenlijk meer verwacht van Amsterdam als gemeente." 'Met elkaar aan vrede werken' Hij gaat het liefst naar demonstraties waar een gemengde groep van Joodse en Palestijnse Amsterdammers aanwezig is. "Je moet met elkaar aan vrede werken." Dat is iets waar ook Chantal zich hard voor maakt. Met haar organisatie Yalla! organiseert ze gesprekken tussen Amsterdammers over dit onderwerp. "Iedereen schreeuwt door een megafoon, maar wie luistert er nog?" vraagt ze zich hardop af. Zij heeft het gevoel dat de gemeente wel degelijk aandacht besteedt aan dit conflict en hoe de Amsterdammer zich voelt: "Volgens mij doet Femke Halsema echt haar best." Maar volgens Sliman hadden er duidelijkere statements gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld toen de Israëlische president Yitzhak Herzog aanwezig was bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum. Wat duidelijk is volgens Chantal en Sliman: Amsterdam moet een veilige plek zijn. "Dat ontbreekt wel eens", noemt Chantal. "Dat ik Joods ben, betekent niet dat ik sta achter wat de regering van Netanyahu doet. Dat vergeten mensen wel eens." Net als dat haar Palestijnse vrienden niet direct achter Hamas-acties staan. "Maar ik houd altijd hoop. Je hebt denk ik maar een klein vlammetje nodig om een donkere kamer te verlichten." Sliman: "We gaan niet stoppen. Demonstraties en steunbetuigingen gaan een andere vorm krijgen, maar we gaan door."
Lees verder