Een mea culpa van de opperrabbijn: "De mensen van de Joodse Raad waren niet slecht"
Opperrabbijn Binyomin Jacobs is na het zien van de EO-serie 'De Joodse Raad' helemaal om. Vanaf zijn geboorte al leerde Jacobs dat de Joodse Raad niet deugde en tijdens de oorlog medeplichtig was aan de dood van ruim honderdduizend Amsterdamse Joden. Nu beseft hij dat het allemaal niet zo zwart-wit was. Na dit inzicht heeft Jacobs de handen ineen geslagen met oud-politicus Rob Oudkerk, de kleinzoon van een van de voorzitters van de Joodse Raad, David Cohen. Net na 7 oktober - toen Hamas een bloedbad aanrichtte tijdens een aanval op Israël - woonde opperrabbijn Jacobs een voorvertoning bij van 'De Joodse Raad', geregisseerd door Paula van der Oest. "Ik zei na afloop dat de serie getoond moest worden aan alle burgemeesters van Nederland. Nu. Want wat we zagen: pappen en nathouden heeft niet gewerkt. Toen was er één persoon - die zat achter mij - die zei 'de opperrabbijn heeft gelijk'. Ik kijk achterom, en wie zit daar?" Rob Oudkerk dus. De twee kennen elkaar maar, maar waren niet bepaald vrienden. Oudkerk heeft niets met het religieuze deel van het jodendom en vind 'opperrabbijnen maar rare wezens'. Toch schudden de twee elkaar de hand. Jacobs: "En dat was een heel bijzondere hand." Vindt ook Oudkerk: "Wat ons bij elkaar heeft gebracht was die handdruk, en dat er nu door de opperrabbijn anders over (de Joodse Raad, red.) gedacht wordt." "Zo ben ik opgevoed. Ik leerde 'de Joodse Raad deugt niet. Al die mensen die vermoord zijn, dat komt door de Joodse Raad'. Nou, het is toch een beetje anders. Het is geen zwart-witverhaal. Het is het onmogelijk maken van beslissingen over onmogelijke zaken." De Joodse Raad De Joodse Raad was een in 1941 door de Duitsers ingestelde organisatie van Joodse Amsterdammers die de Joodse gemeenschap moet organiseren en besturen, maar in de praktijk werd ingezet als instrument van de Duitse bezetter. Dit leidde ertoe dat de organisatie een rol speelde in de deportatie van Joden vanuit Amsterdam naar de concentratiekampen. Jacobs: "Ze hebben fout gehandeld. Maar niet fout in de betekenis dat het slechte mensen waren. Nee, ze zijn er verkeerd mee omgegaan. Als de oorlog binnen drie maanden was geëindigd, dan waren de leden van de Joodse Raad helden geweest die tienduizenden Joden hadden gered." "Ik heb altijd ervaren - via mijn grootvader en mijn moeder - dat de Joodse gemeenschap de familie Cohen een beetje de schuld gaf van wat er gebeurd was. Dus dat de opperrabbijn dit nu zegt betekent heel veel voor me." Pappen en nathouden Volgens de opperrabbijn is er een belangrijke les te leren uit het verleden. "Dat pappen en nathouden werkt niet. Kijk wat er nu gebeurt. Het antisemitisme, de haat tegen Joden groeit als een gek." En volgens Jacobs doen de mensen nu ook weinig meer dan pappen en nathouden. Daarom wil hij ook dat alle burgemeesters van Nederland 'De Joodse Raad' gaan kijken. "Ik zeg niet dat de burgemeesters de Joodse Raad zijn, maar velen hebben wel dezelfde opstelling. 'Laten we maar geen Struikelsteen onthullen want...'." "Het heeft niets te maken met wat zich afspeelt in Israël en Gaza", vindt Jacobs. "We herdenken mensen die vermoord zijn. En om te voorkomen dat mensen gaan gillen en brullen en dingen aan elkaar gaan koppelen, wordt besloten om het dan maar even niet te doen. Dat is wat er nu gebeurt. We kijken weg, we laten ons chanteren zoals ook de opa van Oudkerk werd gechanteerd door de moffen." Aangifteplicht De opperrabbijn nodigde Oudkerk bij hem thuis uit. Om te praten over de Joodse Raad, maar ook om te kijken of ze samen iets aan het antisemitisme kunnen doen. Niet met woorden, maar met acties. Zo is Oudkerk voor een aangifteplicht. "Ook al weet ik dat er heel wat water door de Rijn moet stromen voor je dat voor elkaar hebt. Maar zoveel mogelijk aangiftes betekent dat het Openbaar Ministerie echt aan het werk moet om te kijken wat er precies in de samenleving aan de hand is. Een deel is strafbaar, een deel is gewoon onaangenaam. Dus je hebt het formele, het strafbare, en het morele, het onmenselijke, het niet op een goede manier met elkaar omgaan." Ook vinden de mannen dat de politie eerder zou moeten ingrijpen bij bijvoorbeeld demonstraties waar antisemitische worden geroepen. En ook een bezoek aan het Holocaustmuseum zou voor basisschoolleerlingen uit groep 8 een verplicht moeten worden. Jacobs: "Onderwijs, onderwijs, onderwijs. Op de middelbare school, op de lagere school, op asielzoekerscentra. Maar ook gewoon de straat." De twee blijven de koppen voorlopig nog wel even bij elkaar steken. "We zijn nog nauwelijks begonnen."
Lees verder