Filmmaker Lieke brengt hulpgoederen naar Oekraïne: "Ik wil hun veerkracht vastleggen"

Al 21 keer reed het busje van Dutch Civilian Action richting het Oekraïense front. Terwijl ze voedselpakketten en andere hulpgoederen uitdeelt, probeert documentairemaker Lieke Heil ook zoveel mogelijk te filmen. Na het weekend vertrekt hun volgende missie. "Ik wil erheen, wie wil mee?" leest Lieke Heil in een bericht van een vriend op Instagram. Het is februari 2022 en de Russen zijn Oekraïne binnengevallen. Twee dagen later zit ze met een Zoom-call met allemaal anderen die, net als zij, daarop hebben gereageerd. "En toen werd het ineens serieus." Iedereen krijgt een taak, en niet lang daarna rijdt een konvooi van vijf à zes auto's met spullen naar Polen. "Die zijn van daaruit naar Oekraïne gegaan, en wij reden met mensen mee terug naar Nederland om ze daar te verbinden met gastgezinnen." Hulp brengen Maar mettertijd begint de hulpvraag te verschuiven. "Die zat toen in Oekraïne, bij de mensen die elke dag te maken hebben met de oorlog." Dutch Civilian Action (DCA), opgericht door Bas Spijker, is dan een goedlopende hulporganisatie. "We hadden - en hebben - mensen die in ons geloven", zegt Spijker. Nu, in het derde jaar van de oorlog, blijven ze nog altijd goederen ontvangen om in de hardst getroffen gebieden uit te delen: de steden en dorpen vlak bij het front. Spijker: "Veel kinderen daar horen de kanonschoten niet eens meer." DCA gaat verder waar de grotere hulporganisaties ophouden, vertelt Spijker. "We werken daar samen met lokale helden, 10 à 20 kilometer van het front. Dat is wat wij goed kunnen: wij komen daar veel en zien waar de goederen terechtkomen." Kinderziekenhuis De eerstvolgende buslading vertrekt na het weekend richting Oekraïne. Voor het eerst bezoekt DCA, samen met partnerorganisatie Polinski's Light, het Ochmatdit-kinderziekenhuis in Kyiv. Op 8 juli werd het ziekenhuis door een Russische raket getroffen. Er vielen meer dan veertig doden en bijna 200 gewonden. Bij alle missies probeert Heil een deel van de missie vast te leggen. "Het is onvoorstelbaar hoe mensen leven in oorlog. Tegelijkertijd is het opvallend hoe veerkrachtig de mensen daar zijn. Dat wil ik vastleggen." Als voorbeeld noemt ze Kam'yanka, een dorp dat in de oorlog praktisch is verwoest en een tijd diende als Russische militaire basis. "Toen zij vertrokken, kwamen meer en meer mensen weer terug." Inmiddels heeft DCA het dorp al negen keer bezocht. "De mensen willen hun huis en leven weer opbouwen, omdat die grond belangrijk voor ze is. Ze zeggen zelf: dit is mijn vrijheid." Spullen en donaties Moeilijkheden zijn er ook, nu de oorlog in Oekraïne alweer het derde jaar in gaat. Spijker: "Het ophalen van geld was in het begin heel makkelijk, toen hadden we zo een ton op onze rekening staan." Gelukkig zijn er bedrijven die spullen en geld doneren aan DCA, en blijven ook losse donaties via hun website binnenstromen. Maar het blijft een bottleneck, zegt Spijker. De laatste missie naar Oekraïne is voorlopig nog niet in zicht: "Wij willen Oekraïne niet alleen vandaag of morgen helpen, maar tot het einde van de oorlog."

Lees verder