Frustratie bij Amsterdamse horeca-ondernemers op de eerste zomerse dag van het jaar
Als we de weersvoorspellingen mogen geloven, zitten we vandaag massaal op het terras voor een biertje en een bitterbal. Toch is het volgens Koninklijke Horeca Nederland steeds moeilijker voor ondernemers om een terras te exploiteren. Zo zijn de belastingen gestegen en wordt er, sinds de coronaterrassen verleden tijd zijn, bijna geen maatwerk geboden, zegt de belangenvereniging. Dat laatste merkt ook Simo Bouabgha, die geen vergunning kreeg voor zijn restaurant in de Witte de Withstraat: "Ik snap het niet." Bouabgha dekt een tafel op een pleintje dat onlangs voor zijn zaak aan de Witte de Withstraat door de gemeente werd aangelegd. "Ik had hoop dat ik hier mijn terras mocht hebben, maar helaas. Het mag niet", vertelt hij teleurgesteld. Al jaren wil de ondernemer een terras voor zijn deur. Hij was hoopvol omdat hij goed contact met de gemeente had over de mogelijkheid tot een terras, na herinrichting van de straat. Daarbij maakte een tramhalte plaats voor onder andere het nieuwe pleintje. "Ik had hier veertig man kunnen hebben volgens de architect", zegt hij. De vergunning kwam er uiteindelijk niet om verschillende redenen, laat het stadsdeel weten. Onder andere de veiligheid zou in het geding zijn, maar ook de hoge bevolkingsdichtheid van de wijk speelt een rol. "Deze concentratie van wonen, werken en recreëren vraagt bijzondere aandacht voor het behoud van een goed woon- en leefklimaat. Daarom voert West een terughoudend beleid met het uitbreiden van terrassen en het toelaten van nieuwe horeca (met of zonder terras) op plekken waar dat volgens het omgevingsplan niet is toegestaan", laat het stadsdeel weten. Ook horecaondernemer Riad Farhat, die tientallen zaken door de hele stad heeft, ervaart dat het in West moeizamer ondernemen is dan in de rest van Amsterdam. "West is lastiger, voelt grootstedelijk aan. We zijn aan het opstarten vanuit corona. We vergeten wel eens dat dat pas geleden is. Mensen moeten echt weer wennen. Ik weet dat er heel veel klachten komen bij de gemeente. Dat heeft denk ik te maken met van een stille stad naar een weer levende stad", aldus de ondernemer. Maatwerk Toch staat het voorbeeld van Bouabgha volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) afdeling Amsterdam voor een groter probleem in de stad. Zo stelt de belangenvereniging dat er sinds corona steeds minder ruimte is voor maatwerk. "Toen onze achterban na de coronapandemie overeind krabbelde, was het college nog enthousiast en verkondigde in het coalitieakkoord: 'We zorgen voor levendige buurten en openbare ruimten door waar het zonder overlast kan de uitgebreide terrassen uit de coronatijd voort te zetten.' De praktijk laat zien dat die ruimte er niet of nauwelijks is gekomen. De druk op de openbare ruimte is de standaard reactie van de gemeente. "Vaak laat de gemeente haar oren hangen naar de klachten van een enkele bewoner, ook als er vele andere bewoners zijn die het terras wel toejuichen. Bewoners zijn mondiger, klagen vaker en weten de weg in het stadhuis goed te bewandelen", aldus voorman van KHN Pim Evers. Terrasbelasting Volgens horecaondernemers heeft de onwelwillendheid van de gemeente tegenover terrassen meerdere facetten. Naast het vergunnen en het uitbreiden van terrassen merken ze het ook aan de terrasbelasting, ook wel precario genoemd. "We zien dat de rekening die ondernemers deze week op de mat hebben gekregen voor sommigen twee keer zo veel is als de laatste in 2019", zegt Evers. De gemeente laat weten dat het verhogen van de terrasbelasting al voor de coronaperiode op de planning stond. In 2020, 2021 en 2022 werd er door corona geen terrasbelasting geheven. "In feite is de verhoging dus stapsgewijs geweest, zij het minder merkbaar omdat we het niet hebben geheven", aldus een woordvoerder. Volgens Evers zijn ondernemers dankbaar dat er geen terrasbelasting geheven werd tijdens corona. "Dat neemt niet weg dat de extreem hoge nota’s van 2023 slecht vallen en bij veel ondernemers de indruk wekken dat ze de voorgaande jaren waarin niet is betaald moeten compenseren", vervolgt hij. Hij hoopt op een betere samenwerking in de toekomst. "Ga met elkaar om de tafel. Maak maatwerk en gun het ook waar het kan", aldus Evers. Ook horecaondernemer Riad Farhat beaamt dat. "Wat fijn zou zijn, is als we het gevoel hebben dat wij ondernemers onderdeel zijn van het woon - en leefklimaat."
Lees verder