Gemeente wil één centrale opvanglocatie voor zwangere asielzoekers

De gemeente maakt zich zorgen over de omstandigheden binnen de geboortezorg voor asielzoekers. Gezondheidsproblemen worden niet altijd tijdig gesignaleerd waardoor zwangeren het risico lopen niet op tijd de juiste zorg te krijgen. Het stadsbestuur onderzoek daarom of het mogelijk is om deze groep op te vangen op één opvanglocatie waar betere begeleiding mogelijk is.  Er zijn onnodige gezondheidsrisico's voor zwangere vrouwen en hun ongeboren baby's. Dat concluderen onderzoekers van het Erasmus MC in een studie naar geboortezorg voor asielzoekers. Volgens het onderzoeksteam is de geboortesterfte bij baby's in deze groep minstens anderhalf keer zo hoog, en een laag geboortegewicht komt twee keer zo vaak voor. PvdA, GroenLinks, Volt en D66 vinden daarom dat er een specialistische opvanglocatie moet komen waar zwangere asielzoekers kunnen worden opgevangen. Zij stelden hierover vragen aan wethouders Rutger Groot Wassink (Opvang) en Alexander Scholtes (Zorg) in november. De wethouders hebben nu toegezegd samen met het COA te onderzoeken of het op korte termijn mogelijk is om één opvanglocatie voor zwangere asielzoekers in te richten. "Op die manier kunnen korte lijnen met verloskundigen die naar de locatie komen en ervaring hebben met geboortezorg voor deze groep vrouwen beter worden geborgd en gecontinueerd", aldus de wethouders. Risico's van overplaatsingen Tussen 2014 en 2023 waren er ongeveer 250 geboorten van vrouwen die verbleven op een COA-locatie in Amsterdam, verspreid over zes locaties. Volgens de wethouders blijkt uit diverse onderzoeken dat het belangrijk is om geboortezorg voor asielzoekers en statushouders te concentreren op een beperkt aantal locaties. Veel zwangere asielzoekers hebben namelijk moeite om van het azc naar de verloskundige te gaan: "Bijvoorbeeld omdat zij de taal en het land nog niet goed kennen. Daarnaast zorgen overplaatsingen ervoor dat zwangere asielzoekers uit beeld raken." Bovendien zorgt een centrale opvanglocatie er volgens Wassink en Scholtes voor dat zwangere vrouwen contact met elkaar hebben, ervaringen kunnen delen en elkaar kunnen helpen. Hierdoor kan de inzet van zwaardere zorg worden voorkomen, zo is de gedachte. Of er daadwerkelijk een vaste opvanglocatie voor deze groep komt, is afhankelijk van het COA. Zij bepalen uiteindelijk wie waar wordt opgevangen. 

Lees verder