Gemeenteraad tevreden met uitleg over demonstratie bij Holocaustmuseum, vraagtekens blijven
Het waren vragen die de gemeenteraad na de opening van het Nationaal Holocaustmuseum verdeelden: stonden de demonstranten te dichtbij en hadden ze niet moeten worden verplaatst? Met een brief aan de raad wilde burgemeester Halsema meer duidelijkheid geven over de afwegingen van de driehoek. Raadsleden vinden het te prijzen dat Halsema de gemaakte keuzes wil uitleggen, maar een aantal is het niet eens met de gemaakte afwegingen. Bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum afgelopen zondag werd er op meerdere plekken gedemonstreerd tegen de komst van de Israëlische president Yitzhak Herzog. Onder meer op het Waterlooplein, bij de Portugese Synagoge en voor de deur van het museum bij de Plantage Middenlaan. Bij beide demonstraties werd er gefluit en gejoeld. Volgens een aantal organisaties en partijen in de raad had de demonstratie niet zo gefaciliteerd mogen worden. De demonstranten zouden namelijk te dichtbij hebben gestaan, waardoor bezoekers hard werden geconfronteerd met leuzen en geschreeuw. Brief voor duidelijkheid In de brief aan de gemeenteraad wilde Halsema meer duidelijkheid geven over het verloop van de dag. Over de demonstratie voor de deur van het museum, waar partijen en organisaties van vonden dat de demonstranten verder weg hadden moeten staan, schreef de burgemeester dat deze niet vooraf was aangemeld en spontaan ontstond. Volgens de burgemeester was er op dat moment geen reden om op basis van de Wet openbare manifestaties (Wom) in te grijpen. "Er was geen sprake van een onveilige situatie en de afstand tot de hoogwaardigheidsbekleders en het museum was voldoende." In de brief schreef Halsema ook dat op de dag zelf, en ook achteraf, niet geconstateerd kon worden dat er bijvoorbeeld 'Juden Raus' en 'kankerjoden' werd geroepen door de demonstranten, zoals onder anderen Joodse organisaties beweren. Daarom roept ze op iedereen die getuige of slachtoffer is geweest van dit soort uitingen om aangifte te doen bij de politie. Of dat naar aanleiding van de brief nu ook is gedaan, is nog niet duidelijk. De meeste fracties kunnen het waarderen dat burgemeester Halsema aandacht heeft besteed aan het onderwerp en de keuzes van de driehoek op die dag duidelijk heeft willen maken. Wel vragen de oppositiepartijen zich af of het de juiste keuzes waren, en waarom sommige afwegingen zijn gemaakt. Vragen tijdens spoeddebat Een van de partijen die zich dat afvraagt, is de VVD. Zij hebben een spoeddebat aangevraagd om het over de demonstraties en de keuzes te hebben. Een van de punten waar de grootste oppositiepartij over wil doorpraten, is hoe het kan dat de gemeente de demonstratie op de Plantage Middenlaan niet zag aankomen. "Online was de demonstratie aangekondigd, maar kennelijk heeft de gemeente dat gemist. Ik ben benieuwd hoe dat is gegaan", zegt fractievoorzitter Daan Wijnants. "Met de afweging ben ik het ook niet eens, want er waren echt wel gronden om de demonstranten te verplaatsen en om de waardigheid van de opening en herdenking te beschermen." De fractievoorzitter voegt eraan toe dat hij het goed vindt dat Halsema meteen in gesprek is gegaan met de Joodse gemeenschap en met Holocaustoverlevende Rudie Corissos, die afgelopen zondag bij de opening van het museum werd uitgescholden door demonstranten. "Halsema heeft een groot hart voor de Joodse gemeenschap en ze heeft het niet expres gedaan. Maar het gaat erom dat je als burgemeester goede keuzes maakt en dat heeft ze volgens ons nu niet gedaan. Maar je kunt hier mooi lessen uit halen en die meenemen voor een volgende keer." Waarom niet stoppen na vertrek Herzog? Ook Volt-raadslid Itay Garmy vraagt zich af of de gemeente het echt niet wist dat de demonstratie voor het museum zou plaatsvinden. "Het werd zeker door demonstranten onderling besproken, de gemeente had erop kunnen anticiperen dat de demonstratie er zou komen." Garmy, die zelf Joods is, is daarnaast benieuwd waarom er niet met de demonstranten is afgesproken om na het vertrek van Herzog ook te vertrekken. "Het is terecht dat mensen, na zijn eerdere uitspraken, tegen zijn komst wilden demonstreren. Maar als de demonstranten daarna waren weggegaan, hadden minder bezoekers te maken gehad met een aantal nare verwensingen." Garmy noemt het ook 'teleurstellend' dat niet alle demonstranten zich konden gedragen. "Laat ik vooropstellen dat een groot deel van de demonstranten netjes heeft gedemonstreerd. Maar het is goed om te beseffen dat de Joodse gemeenschap sinds 7 oktober in een bepaalde mate van onveiligheid en angst leeft. Als er wordt stilgestaan bij het leed van de Holocaust, dan is dat al heel impactvol. Het is echt teleurstellend dat mensen zich niet konden gedragen op zo'n gevoelig moment." Moet demonstratierecht worden beperkt? Sheher Khan, de fractievoorzitter van Denk, was ook zondag aanwezig. Khan stond te demonstreren op het Waterlooplein. Net als Garmy vindt Khan het belangrijk om het tijdens het spoeddebat te hebben over hoe de genodigden zich hebben gevoeld. "Het is noemenswaardig dat de burgemeester bevestigt dat de genodigden zich op 'geen enkel moment 'onveilig' voelden, maar dat neemt niet weg dat ze zich gekwetst kunnen hebben gevoeld of geïntimideerd." In de Tweede Kamer gaan na afgelopen zondag geluiden op om opnieuw naar het demonstratierecht te kijken. Halsema schrijft in haar brief dat vooral niet te doen, en daar is Khan het mee eens. "De dag was emotioneel, maar geeft geen reden om het demonstratierecht in te perken. Demonstraties hebben een ventielfunctie, om emoties te uiten, en die emoties mogen absoluut gericht zijn tegen politieke leiders die zich schuldig maken aan genocidale opruiing." Meerdere fracties zijn het er over eens dat één ding niet had mogen gebeuren: dat Rudie Corissos en zijn achterkleindochter lopend het museum moesten verlaten. Halsema schreef in haar brief dat dit inderdaad anders het gemoeten. Het CDA vindt daarnaast dat 'de gemeente meer had kunnen en moeten doen om vernederende en onacceptabele situaties te voorkomen'. Fractievoorzitter Rogier Havelaar vraagt zich daarom af waarom de noodverordening niet kon gelden, zodat de opening 'in rust en waardigheid' kon plaatsvinden. Met zo'n zelfde vraag zit JA21, alleen benoemen ze dat harder. "In de logica van de burgemeester is het onmogelijk om een dergelijke plechtigheid met gepaste ingetogenheid te laten verlopen", reageert raadslid Cas van Berkel. "Als wat de burgemeester zegt waar is - dat ze geen andere keus had - dan is er iets grandioos mis gegaan in dit land. Is ze dan wel de geschikte persoon op deze plek?" Coalitie tevreden over brief De partijen in de coalitie - PvdA, GroenLinks en D66 - zijn het over eens dat het demonstratierecht van groot belang is en dat Halsema het in haar brief goed heeft uitgelegd. "In de brief lezen we dat de driehoek nauwlettend betrokken was, zowel voor als tijdens de opening van het Nationaal Holocaust Museum. Er is door de driehoek een afweging gemaakt op basis van het bewaken van de openbare orde en de fundamentele vrijheden, en zo hoort het ook", aldus D66-fractievoorzitter Rob Hofland. Hofland kaart wel aan dat het 'zeer pijnlijk' is dat bezoekers diep gekwetst zijn geraakt. Ook bij de PvdA noemen ze het goed dat de er nu meer duidelijkheid is over het verloop van de opening. Fractievoorzitter Lian Heinhuis wijst er ook nog nadrukkelijk op dat het belangrijk is om 'demonstratievrijheid, juist in moeilijke tijden, te allen tijde te waarborgen'. "Ik hoop dat we als Amsterdammers het gesprek met elkaar kunnen voeren waarbij we oog blijven houden voor elkaars pijn en geschiedenis." Bij GroenLinks hopen ze vooral dat de vele vragen die er waren over de keuzes van de driehoek met de brief zijn beantwoord. "Vooral omdat het veel heeft losgemaakt in de samenleving." Verder is de partij benieuwd hoe de Amsterdamse driehoek kan worden versterkt bij dit soort acties. Volgende week vindt er een debat in de gemeenteraad plaats over de demonstraties rond de opening van het Nationaal Holocaustmuseum.
Lees verder