Geteisterde Onyema stapte op de motor naar Italië, vocht terug en is nu Nederlands kampioen
Onyema Adigida toverde een reusachtige sprint op de 200 meter uit de hoge hoed. Achter deze gouden medaille op het NK zit een bijzonder verhaal. "Ik had niets meer te verliezen en dit was mijn laatste poging", zegt de 24-jarige atleet uit Amsterdam. De aanloop naar deze gouden tijden was moeilijk voor Adigida. Hij kampte met een bovenbeenblessure, struggelde met een hernia en koos ervoor om alles achter zich te laten. "Het ging gewoon niet meer hier in Nederland." Hij appte Jeremiah Azu, een Engelse atleet waar hij goed bevriend mee is. "We hebben gebeld. Toen heb ik de coach een berichtje gestuurd en toen heeft hij mij een kans gegeven." Binnen no-time was Adigida verhuisd. Samen met zijn moeder is hij gelijk, met al zijn spullen, naar Italië gereden. "We hebben alles in de auto geslingerd. Het verbaasde me hoeveel spullen ik had. Toen zijn we teruggereden (naar Nederland, red.) en daarna ben ik met de motor weer naar Italië gegaan. Echt een mooie route, met allemaal bergweggetjes." Grote gok In de studentenstad Padova, vlakbij Venetië, voelt hij zich helemaal op zijn gemak. "Het was een hele grote gok. Ik dacht: ik zie het wel. Ik wilde op mijn 25e of 26e staan waar ik wil. Als dat niet gebeurde, dan zou ik stoppen. Om in je eerste seizoen en derde wedstrijd zo'n pr te lopen, daar kan ik alleen maar tevreden mee zijn." "We hebben echt een professioneel team", vertelt hij over het topsportleven in Italië. "De fysio is iedere dag op de baan. Er kijken veel meer ogen mee dan in Nederland. Dat werkt voor mij goed. Als je hier gaat trainen, moet iedereen werken daarnaast. Dat maakt het lastig om dan in de middag te trainen. Bij ons kan dat altijd." Op de NK atletiek in Hengelo liep Adigida naar een persoonlijk record van 20,35 seconden op de 200 meter. Dat betekende de vierde snelste Nederlandse tijd ooit. "Eindelijk. Ik heb veel gebeden en aan God gevraagd om mij te helpen. Ik hoop dat er nog een heleboel in zit. Ik hoop nog een keer in de 19 seconden te lopen." "Onze sport is zo mooi, maar ook heel lelijk tegelijk", zegt de sprinter over atletiek. "Alles is meetbaar. Je bent alleen en in een teamsport kan je opgevangen worden door je teamgenoten. Dan kan je er eventjes tussenuit en kom je weer terug. Bij ons lig je er echt uit. Om dan nu zo terug te komen, dat is top."
Lees verder