Groeiende groep kinderen gaat niet naar school, vooral zorgen over mbo-studenten
In Amsterdam gaan steeds meer kinderen niet naar school. Dat blijkt uit een rapport van de gemeente over leerplichtigen in de stad. Deze groep 'thuiszitters' nam het afgelopen schooljaar met bijna 50 procent toe. De cijfers gaan over vorig schooljaar, 2022 op 2023. Er waren dat schooljaar 222 thuisblijvers, 73 meer dan een jaar eerder. Van die 222 kinderen en jongeren bleven er 143 langer dan drie maanden thuis, volgens de cijfers van Leerplicht. Een zorgelijke ontwikkeling, schrijven wethouders Marjolein Moorman (Onderwijs) en Sofyan Mbarki (mbo) in een brief aan de gemeenteraad. "Naast leerachterstanden lopen deze kinderen en jongeren ook op sociaal-emotioneel vlak achterstanden op. Later in hun leven hebben zij een verhoogde kans om werkloos te worden of in contact met justitie te komen." Wachtlijsten Volgens Moorman en Mbarki hebben veel van de thuiszitters te maken met problemen. De redenen dat kinderen niet naar school gaan, kunnen heel erg uiteenlopen. Vaak gaat dit om mentale problemen, maar ook thuissituaties van kinderen of stoornissen kunnen een reden zijn. "Door de toenemende vraag naar jeugdhulpverlening en jeugdzorg moeten kinderen langer wachten op hulp. Daardoor lopen ze uiteindelijk ook vast op school." Die wachtlijsten zijn er ook voor basisschoolkinderen die zijn aangemeld voor het speciaal onderwijs. Het aantal aanmeldingen voor dat type scholen neemt toe. Kinderen die daardoor op de wachtlijst belanden, gaan in de tussentijd vaak helemaal niet naar school. Het reguliere onderwijs is, ondanks het doel om voor ieder kind passend onderwijs te vinden, niet meer de juiste plek voor deze kinderen. Mbo Nog groter zijn de zorgen op het mbo, waar 30 procent van de studenten een melding van 'relatief verzuim' kreeg. Dat betekent dat ze binnen 4 weken minstens 16 uur afwezig waren. Volgens Mbarki leidt zulk verzuim er vaak toe dat studenten op termijn helemaal niet meer naar school gaan. In de brief schrijft de wethouder dat de gemeente al begonnen is met een aanpak die het verzuim op het mbo tegen moet gaan. Daarvoor is een belangrijke rol weggelegd voor de leerplichtambtenaar, die op het mbo aan extra vaardigheden moet voldoen. "Studenten op het mbo zijn een andere doelgroep dan leerlingen in het funderend onderwijs", aldus de wethouder. "Ze vragen een andere benadering die meer gericht is op het verhogen van de motivatie en zelfstandigheid." Maar ook mbo-instellingen zelf moeten volgens Mbarki kijken wat ze beter kunnen doen. De wethouder heeft al een suggestie: betere roosters. "We weten uit eerdere onderzoeken dat roosters met veel onderbrekingen, lessen van lage kwaliteit en onvoldoende structuur redenen zijn voor jongeren om af te haken."
Lees verder