Het jaar 2024 voor UvA-demonstrant Jente: "Ik ben nog steeds fucking kwaad"

Deze week spreken we met Amsterdammers over het nieuws dat de stad dit jaar bezighield. Vandaag: Jente, die er met haar neus bovenop stond toen de politie overging tot ontruiming op het Roeterseiland en bij de Oudemanhuispoort. Ze hield er blauwe plekken en een hersenschudding - én een diep wantrouwen voor de politie - aan over. Maar spijt? Geen moment. Jente kijkt wat beduusd in het rond. De biologiestudente komt nog regelmatig op het Roeterseiland, maar ze blijft zich verbazen hoe weinig nog herinnert aan de demonstraties en ontruiming in mei. "De bakstenen zijn weer terug, de graffiti is van de muren. Ja, bizar." 2024, zegt ze, is het jaar waarin ze nog rotsvaster is geworden in haar overtuigingen. Dat heeft alles te maken met het -in haar ogen- excessieve politieoptreden die de UvA-demonstraties moeten beëindigen. Want ze blijft erbij: veruit de meeste demonstranten waren vreedzaam en het geweld van de politie was buitensporig. "Ik ben fucking kwaad. Ik ben zo boos. Nog steeds." "Waarom mogen ze ons wel slaan, leg mij het maar uit", vertelt Jente verder. Als ze hoort dat het de demonstranten drie keer is gevraagd te vertrekken en ME'ers de bevoegdheid hebben om te slaan, moet ze toegeven dat dat wel een punt is. "Ja, daar kan ik niet zoveel tegenin brengen. Dat is nu eenmaal hoe de wet werkt." Hersenschudding Zelf kreeg ze ook klappen. Op het Roeterseiland op haar benen, en bij de Oudemanhuispoort op haar hoofd. "Daardoor kreeg ik een scheur in mijn schedel en een hersenschudding." Drie maanden houdt ze rust, maar dit najaar staat Jente weer zij aan zij met mededemonstranten, door haar steevast aangeduid als 'kameraden'. Dat de demonstraties niet het gewenste effect hebben - het opschorten van alle banden tussen de UvA en welke Israëlische organisatie dan ook - noemt ze jammer. Maar: "Het was waardevol. Ik denk wel dat we iets in gang hebben gezet. Ik hoop dat we dat door kunnen zetten.  Trots Een volgende keer zou ze niet meer op de eerste rij staan, zoals het geval was toen ze met een wapenstok op het hoofd werd geraakt. "Voor de rest ben ik heel trots op mezelf en mijn kameraden. We hebben echt een vuist kunnen maken. Ik zou zelf niets anders hebben gedaan."

Lees verder