‘Het voelt alsof wij Amsterdammers met een Marokkaanse achtergrond weer opnieuw moeten beginnen’
Na het geweld in Amsterdam rond de wedstrijd Ajax - Maccabi Tel Aviv, sprak premier Dick Schoof over een integratieprobleem. Amsterdammers met een Marokkaanse achtergrond houden hun hart vast voor komende periode. Na de rellen in Amsterdam afgelopen week heeft Leila (achternaam bekend bij de redactie) haar dertienjarige puberzoon Amir aan tafel gezet. Samen met haar man heeft ze hem casussen voorgelegd om hem voor te bereiden op verschillende scenario’s. Confrontatie in de metro? “De-escaleren en rustig blijven.” Uitgescholden worden door volwassenen? “Gedraag je als de grotere man.” “Het voelt alsof ik gefaald heb als ouder”, zegt ze. “Ik voed mijn kind al dertien jaar op in een multicultureel land, als wereldburger die zich uit moet spreken tegen onrecht, ook als dat niet aan hem gericht is. Nu zeg ik tegen hem: ‘Jij moet dit allemaal parkeren want jij staat nu even op een negatieve manier in de spotlight’.” Het is een nieuwe werkelijkheid voor de Amsterdams-Marokkaanse Leila. Sinds de gewelddadigheden rond de wedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv en de daarop volgende politieke reacties, is haar wereld totaal veranderd. Vergelijkbaar met de nasleep van de aanslagen op de Twin Towers in de Verenigde Staten op 11 september 2001, zegt ze. “Ook toen moesten moslims zich verantwoorden voor de daden van een kleine groep.” Geest uit de fles Afgelopen zondag ontmoette ze andere ouders zoals zij. De grote vraag die op tafel lag: wat kunnen we doen met onze pijn? En wat zeggen we nu tegen onze kinderen? Farid Boussaid, universitair docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur Amsterdam Centrum Midden-Oosten Studies, is één van de initiatiefnemers van dat gesprek. Het is een informele ontmoeting, legt hij uit, tussen mensen met dezelfde vragen over de opvoeding van hun kinderen. “We hebben afgelopen week gezien hoe een conflict uit een ander land heel dicht bij kan komen. Dat is op zich niets nieuws, maar de grimmigheid wel”, zegt Boussaid. “Met name het gedrag van voetbalsupporters van Tel Aviv was eng om te zien. Dat daarop gereageerd wordt met geweld, is uitermate treurig en slecht. Daar hoeven we niet zo moeilijk over te doen. Nu is het geëscaleerd en het is moeilijk om die geest weer in de fles te krijgen.” En daar zijn volgens Boussaid met name de joden en moslims slachtoffer van. Die twee minderheidsgroepen worden nu tegen elkaar uitgespeeld door een kabinet dat moreel leiderschap mist, zegt hij. Gaza Ondanks de inzet van achthonderd politieagenten kon de Amsterdamse driehoek donderdag 7 november niet voorkomen dat die nacht uitliep op gewelddadigheden. Maccabi-supporters trokken na afloop door de stad op zoek naar confrontatie. Ondertussen werden tientallen Israëli’s opgejaagd of in elkaar geslagen in de stad. Dat het kon gebeuren, wijt Leila vooral aan een gebrek aan inschattingsvermogen over de intensiteit waarmee Amsterdammers de oorlog in Gaza beleven. Jongeren zijn gefrustreerd over het feit dat ze niet serieus worden genomen, legt ze uit. “De groep die zich uitspreekt tegen deze verschrikkelijke oorlog wordt weggezet als oproerkraaiers. Terwijl het onacceptabel is wat daar gebeurt. We zijn vierhonderd dagen verder, er zijn 40.000 mensen vermoord en nog steeds durft niemand het hier genocide te noemen.” Ouders hebben er geen grip op, zegt ze. "Ze kunnen het zelf ook niet meer verdedigen. Hoe moeten ze hun zonen of dochters dan overtuigen van het feit dat ze zich niet mogen uitspreken?" Dat jongeren nu worden aangesproken op hun Marokkaans zijn, leidt tot verdere escalatie, zegt Leila. “Ik word nu toch al weggezet, dus ik kan mijn emoties net zo goed de ruimte geven. Dat gevoel leeft heel erg.” Integratieprobleem ‘Een integratieprobleem’, noemde premier Dick Schoof als verklaring voor het geweld tegen de Israëlische en Joodse supporters. Het zou ‘een breder probleem zijn dan dat van een kleine groep jongeren in Amsterdam’. "We moeten het integratiebeleid onder de loep nemen en op een andere manier vormgeven", aldus de premier. “Ik begrijp die hele discussie over integratie niet”, zegt docent politicologie Boussaid. “Dit zijn jongens van de derde of vierde generatie, dit zijn gewoon Amsterdammers. Die hebben soms ook de hufterigheid van Amsterdammers overgenomen, bijvoorbeeld. Ze zijn hier geboren en getogen en hun vaders en moeders ook. Dus over welke integratie heb je het?” Door de reacties van politici op vrijdag en de persconferentie van Schoof wordt Leila direct aangesproken op haar Marokkaans zijn, zegt ze. Jarenlang heeft ze geprobeerd om verbinding te vinden met anderen, een baan te nemen die iets toevoegt aan de maatschappij en haar kind te inspireren om hetzelfde te doen. “En ook ik word weggezet als zondebok. Het voelt als tien jaar geleden, alsof ik eerst weer mensen moet overtuigen van het feit dat ik meer ben dan alleen m’n label.” Elkaar vasthouden Uit het gesprek met andere ouders heeft ze niet alleen kracht geput, er zijn ook concrete plannen besproken. De groep wil een lesbrief ontwikkelen voor scholen om over de oorlog in Gaza te kunnen praten en hoe je met elkaar omgaat. Ook willen ze contact leggen met de Joodse gemeenschap, om dichter tot elkaar te komen. Komende tijd zal het vooral draaien om contact zoeken met mensen buiten je eigen gemeenschap, zegt Boussaid. “Het zal van onderop moeten komen, maar ik heb daar vertrouwen in. We lopen in dezelfde straten, zijn onderdeel van dezelfde samenleving. We moeten weer pal voor elkaar gaan staan als het moeilijk wordt. Dan kunnen we onrecht en racisme, in welke vorm dan ook, samen bestrijden.”
Lees verder