Marten en zijn vriendin wonen op nog geen 30m2: "Levensgeluk is omhoog gegaan"
Kleine woningen bouwen is niet de oplossing voor de huizencrisis. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een eerder verschenen rapport. Uit onderzoek blijkt dat mensen die klein wonen relatief ontevreden zijn en binnen een paar jaar weer verhuizen. Maar in Amsterdam nemen bewoners wat sneller genoegen met minder oppervlakte. Zoals de 35-jarige Marten Hofman, die samen met zijn vriendin op nog geen dertig vierkante meter woont. Marten kreeg een jaar geleden zijn woning in Oost opgeleverd. Het is een zogenaamde Smart Tiny Loft, een slimme woning. Hij heeft een bedmeubel met daaronder uitschuifbare kasten en een koelkast. De keuken is inschuifbaar waardoor de woonkamer ruimer wordt. Kortgeleden is zijn vriendin bij hem ingetrokken. Marten: "Het is voor ons ruim genoeg. We wonen hier met veel plezier. De bedenkers hebben het idee echt ontworpen voor mensen als ik. Mensen die in het onderwijs werken of in de zorg. Mensen met een maatschappelijk beroep." Dit jaar zei wethouder Reinier Van Dantzig (Woningbouw) nog dat 'Amsterdammers er aan moeten wennen dat ze wat kleiner moeten gaan wonen'. Maar volgens het CPL is de woontevredenheid onder de mensen die klein wonen relatief laag. CPL-onderzoeker Jolien Groot: "Voor het onderzoek hebben we niet specifiek naar Amsterdam gekeken. Wel weten we dat daar veel kleine flexwoningen worden toegevoegd. Wonen in de stad is enorm gewild, mensen zijn daar al blij als ze ergens terechtkunnen." In de stad genoegen met minder "Mensen nemen hier vermoedelijk genoegen met minder," voegt econoom Nic Vrieselaar toe. "Stedelingen zijn eraan gewend om wat kleiner te wonen. Dat is het offer om wat dichter bij voorzieningen te wonen. Heel stom gezegd: als jouw huis een meter smaller is dan zijn de kroeg en de supermarkt ook een meter dichterbij. Als dan ook nog de huizen van de buren smaller zijn staan de voorzieningen nog dichterbij. Dat is natuurlijk wat het betekent om in een stad te wonen." Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek woont de Amsterdammer op gemiddeld veertig vierkante meter per persoon. Daar zitten Marten en zijn vriendin dus ruim onder. Toch heeft Marten geen seconde spijt gehad van zijn aankoop. "Ik leef al vijftien jaar ín de stad maar ik woonde die vijftien jaar net buiten de stad. Ik heb mijn vrienden in Amsterdam, ik voetbal in Amsterdam en ik werk in Amsterdam. Voor mij is in de stad wonen dus echt heel belangrijk. Ik voel mezelf nu onderdeel van de stad. Ik kan alles op de fiets doen. Ik merk dat daardoor mijn levensgeluk enorm omhoog is gegaan. Ik was al gelukkig hoor, maar nu nog meer." Verloop in Amsterdam bovengemiddeld hoog Toch is in Amsterdam het verloop bovengemiddeld hoog. Ziet ook Marten. "De voornaamste reden zal gezinsuitbreiding zijn. Dat zie ik ook onder de bewoners die hier in het appartementencomplex wonen." "Op de lange termijn is het niet de plek waar veel mensen willen eindigen," zegt Vrieselaar. Huizen - waaronder ook de flexwoningen - zijn in Amsterdam kleiner dan op andere plekken. Op andere plekken heb je het over veertig vierkante meter, in steden als Amsterdam en Utrecht heb je het dan over bijvoorbeeld twintig vierkante meter. Te klein om lang te blijven wonen als je het hebt over de gebeurtenissen in je leven." Volgens het PBL zouden gemeenten en ontwikkelaars meer moeten investeren in ruimere woningen die aansluiten bij langdurige woonwensen. Onderzoeker Groot: "Huisvesting op zich heeft in deze tijd de eerste prioriteit: elke woning is er één. Maar we zien ook dat de vervolgstap daarop uitblijft. Is iets wel echt een flexproject van tijdelijke aard? Is het niet een project met een permanenter karakter, maar gewoon met kleine woningen? Als iets voor langere duur is moet je als beleidsmaker nadenken over 'wat wil ik neerzetten'. Ook met het oog op voorzieningen in die buurt. We zien steeds meer eenpersoons- of kleine huishoudens, zeker in steden. Die hebben een plek nodig, maar dan moet je ook goed nadenken over woningen waarmee mensen een tijdje voort kunnen."
Lees verder