Met dat gestrekte been probeerde Theo van Gogh vooral contact te maken
Zuigen, sarren en treiteren: regisseur en columnist Theo van Gogh verdiende praktisch zijn brood met het beledigen van anderen. Maar in brievenwisselingen kon Van Gogh juist kwetsbaar zijn, ondervond schrijver Jaap Cohen. Deze week, zeven jaar na aanvang, is Cohens biografie over Van Gogh verschenen. Het meest dichtbij het onderwerp van zijn boek kwam Jaap Cohen door de brieven die Van Gogh schreef aan geliefden en vrienden. Cohen heeft stapels brieven door zijn handen laten gaan. "Ik wist niet dat-ie er zoveel had geschreven", zegt Cohen. "En ook zoveel fantastische brieven. Dat heb ik niet geweten." Vertederend en hard In de brieven vond Cohen alles terug van Van Gogh. Gevraagd naar zijn favoriet noemt Cohen de kortstondige correspondentie met Connie Palmen. "Die heeft maar anderhalve maand geduurd. Alles van zijn persoonlijkheid zit erin, alles komt voorbij. Aan de ene kant zijn die brieven heel lief, ontroerend en vertederend." Die toon verandert wanneer Palmen, die één van haar brieven aanheft met 'lief raadsel', poogt om Van Gogh te analyseren. "Dan slaat zijn toon om. En dan wordt hij heel hard en probeert hij haar echt te raken en te kwetsen." Van Gogh maakte echter vooral furore met zijn columns, waarin hij het met name gemunt had op politici en de vermeende gevaren van de islam. "Daarin staat ontzettend veel gescheld en er zit veel herhaling in. Af en toe word je daar moe van. Ik dacht ook heel vaak: waarom? Waarom doe je dit nou?" Inlevingsvermogen Het is verleidelijk om Van Goghs provocaties af te doen als overschreeuwen of overcompensatie: al op de lagere school maakte een leerkracht in een rapport melding van een minderwaardigheidscomplex. Maar Cohen ziet de pesterijen als de andere kant van Van Goghs sterkste punt: zijn inlevingsvermogen. "Hij wist meteen in een paar vragen door te dringen tot iemand. Daarom zijn zijn tv-interviews ook zo goed. Tegelijkertijd gebruikte hij zijn empathisch vermogen ook om mensen proberen te kwetsen en te raken." Van Gogh betaalt de hoogste prijs voor zijn pesterijen: op 2 november 2004 wordt hij vermoord in de Linnaeusstraat in Oost. Zijn moordenaar, Mohammed Bouyeri, was een moslim die in de maanden daarvoor was geradicaliseerd. Cohen zal nooit weten of hij en Van Gogh met elkaar overweg zouden kunnen. "Ik zou graag eens een biertje met hem hebben gedronken. Ik ben totaal tegenovergesteld, qua karakter, aan Theo. Maar dat hoeft niet te betekenen dat je elkaar niet mag." Nu De Bolle Gogh in de winkels ligt, sluit Cohen een intensieve periode van zeven jaar af. De schrijver is tevreden, maar vindt het ook jammer dat het project nu is afgerond. "Ik heb ontzettend veel interessante mensen gesproken. Ik vond steeds weer een diepere laag. Dat was fantastisch."
Lees verder