Nienke helpt liever in Beiroet dan dat ze afwacht in Amsterdam: "Er is hier zoveel kapot"
In Beiroet ziet de Amsterdamse Nienke Hiemstra van dichtbij het verdriet dat de oorlog met zich meebrengt. Hiemstra is coördinator van noodhulpprogramma's bij Oxfam. Nergens in Libanon voelt het nog veilig, zegt ze, maar haar wil om te helpen is sterker dan haar angst voor bombardementen. Normaal gesproken woont de 37-jarige Nienke in Amsterdam-West, maar van mei tot oktober ruilde ze haar veilige haven in voor Jeruzalem. Vanuit daar coördineerde ze noodhulp voor Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Sinds een week is ze verplaatst naar Beiroet om daar hetzelfde werk te doen voor Libanon. Nienke werkt nu tien jaar in de humanitaire hulp, maar zo'n crisis als deze heeft ze nog nooit meegemaakt. "De bombardementen gaan maar door, dag in, dag uit." Vooral toen ze naar de hoofdstad van Libanon vloog, was ze nerveus. "Het vliegveld ligt in het zuiden van Beiroet en de bombardementen zijn er vlak naast. Eenmaal geland met het vliegtuig, landde er vijf minuten later ook een bom." Nienke vertelt dat ze de lucht van verbranding rook. "Daarna stapten we in de auto om via de enige route - dwars door het hoge-risicogebied heen - naar het centrum te gaan. En je weet niet wat je kunt verwachten." Toch blijkt Nienke er ook erg nuchter onder. "Je kunt áltijd op de verkeerde plek op het verkeerde moment zijn, dat is iets wat je niet kunt voorkomen." Eerst lag de focus van de bombardementen op de zuidelijke dorpen. "Maar nu is centraal Beiroet ook al drie keer gebombardeerd. En andere steden, zoals Tripoli. Je bent nooit veilig en zo voelen mensen dat ook hier." Verder voelen mensen zich vooral verdrietig en gefrustreerd, ziet Nienke. "Om het feit dat dit een jaar kan duren, dat het nog steeds escaleert, dat de nood zo hoog is, en er ook nog geen einde aan lijkt te komen." Nienke ziet deze emoties ook bij haar collega's, die bijna allemaal Libanees zijn. Daarvan is er in elk geval één zijn huis kwijt, het huis van een ander is voor een groot deel beschadigd en meerderen weten de status rondom hun eigen woonplek niet, omdat ze er niet meer kunnen komen. "Deze collega's zijn zelf getroffen door het geweld, maar helpen elke dag anderen. Dat is zwaar." "Hoe kan dit? Waarom stopt dit niet?" Nienke vraagt het zich hardop af. Het feit dat er nu geen antwoord op de vraag komt, frustreert haar, maar geeft haar tegelijkertijd de motivatie om juist door te gaan met wat ze doet. "Ik hoop dat er, nog liever gisteren dan vandaag, een staakt-het-vuren komt. Overal." Daarnaast benadrukt ze dat er ook hulp nodig is vanuit Amsterdam. "Dit moet onder de aandacht blijven, mensen kunnen pleiten voor een staakt-het-vuren en politieke druk uitoefenen. Financiële bijdragen helpen ook. Alles is nodig wat je kunt bedenken, zeker nu de winter eraan komt."
Lees verder