Ondernemers Menno en Jitse uit de Haarlemmerbuurt blijken halfbroers

Zonder te weten dat ze halfbroers zijn, werken ze al ruim twintig jaar op een steenworp afstand van elkaar. Menno Visser (60) van The Lunch Club op het Haarlemmerplein en Jitse Arrindell (54), Sleutelkoning op de Haarlemmerdijk. Er is slechts een vaag vermoeden. Na het overlijden van hun vader Co gaan ze op zoek en blijkt er een match te zijn van 99,6%. "Het voelt gewoon goed." Al van kinds af aan waren ze allebei veel op het Haarlemmerplein te vinden. Daar zat vroeger café Pleinzicht, de kroeg van Co Visser, Menno's vader, die heimelijk ook een zoon bij een andere vrouw heeft. Die zoon is Jitse, die hoort dat op zijn achtste van zijn moeder. Ze vertelt hem dat hij een oudere halfbroer moet hebben. Maar wie dat is, dat komt hij pas 46 jaar later te weten. In al die jaren weet zoon Menno van niets. Vader Co ontkent ieder vermoeden en geeft geen krimp. "Ik heb nooit een idee gehad", vertelt oudste broer Menno Visser. "Een jaar of 15 jaar geleden is er een keer een verhaaltje geweest, dat er iemand was. Maar er is verder nooit meer iets gehoord of vernomen en ik heb er ook niet meer aan gedacht moet ik eerlijk zeggen." Jitse Arrindell: "Ik wist dat hij er was, maar heb hem nooit gezien. Ik heb ook die ouwe benaderd, met een borreltje op, maar dat ging nooit goed." Na het overlijden van vader Co Visser, vorig jaar, gaat het toch borrelen bij Menno. Hij doet een oproep op Facebook en komt via via al snel in contact met Jitse. Ze spreken af bij station Sloterdijk. "Heel vreemd was dat", zeggen ze allebei. "Maar we dronken een kopje koffie en we zaten meteen anderhalf uur te praten." Een DNA-test geeft uiteindelijk de bevestiging dat ze dezelfde vader delen. "Eigenlijk wist ik het meteen", zegt Jitse. "Je ziet het gewoon." Ook Menno staat niet gek te kijken. "Hij heeft het rossige van mijn vader, en we zijn allebei ondernemers, werken hard, zijn druk. Jitse beaamt dat, maar er zijn ook verschillen zegt hij lachend. "Ik heb een buikje en hij is wat langer en ik ben de knapste van de twee!" Hoe vader Co het gevonden zou hebben om de halfbroers zo te zien zitten voor zijn café kunnen ze wel raden: "Die had zitten lachen, honderd procent."