Orde van Advocaten verdenkt advocaat Roethof van lekken van informatie
Advocaat Gerald Roethof wordt ervan verdacht de regels voor advocaten ernstig te hebben geschonden. Volgens de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, die toezicht houdt op de advocatuur, heeft Roethof informatie uit een strafdossier gelekt terwijl zijn cliënt in beperkingen zat. De strafpleiter ontkent de beschuldigingen. De zaak werd gisteren door de Raad van Discipline behandeld, schrijft het AD. De verdenkingen zijn gerezen uit berichten die zijn verstuurd met de versleutelde berichtendienst Encrochat. Versleutelde berichten Een cliënt van Roethof werd in de zomer van 2020 aangehouden. Bij een daaropvolgende huiszoeking werd een groot geldbedrag in contanten aangetroffen. De cliënt kreeg beperkingen opgelegd, wat betekent dat hij geen contact mag hebben met de buitenwereld. Dat geldt ook voor Roethof. Toch kwam informatie uit het lopende onderzoek naar buiten. Drie niet nader geïdentificeerde Encrochat-gebruikers bespreken met elkaar de hoogte van het in beslag genomen bedrag, iets wat zij volgens de krant niet kunnen weten. Meermaals zou in de gesprekken worden gezegd dat de informatie komt van 'de advocaat'. Volgens de deken is er alle reden om te denken dat het inderdaad Roethof is geweest die de informatie heeft gelekt. Roethof ontkent De deken heeft de Raad van Discipline om een oordeel gevraagd. Als die het eens is met de deken, dan kunnen tal van sancties worden opgelegd, variërend van een berisping, een waarschuwing tot een schorsing. Roethof heeft de beschuldigingen tijdens de behandeling van de zaak ten stelligste ontkend. Zijn advocaten voeren aan dat er geen nader onderzoek is gedaan naar de bewuste Encrochat-gebruikers en dat met het gebruik van de anonieme berichten de onschuldpresumptie in het geding is. In een verklaring (zie kader hieronder) laat Roethof vandaag weten dat het na de aanhouding van zijn client 'vele uren' duurde voordat er beperkingen werden opgelegd. Hij benadrukt dat het hem tot die tijd vrij stond om informatie te delen. Ook zegt hij dat hij niet de enige was die over de informatie kon beschikken. Hij laat weten vertrouwen te hebben in het oordeel van de Raad van Discipline. Voorwaardelijke schorsing In een tweede zaak vraagt de deken de Raad om een voorwaardelijke schorsing die Roethof eerder was opgelegd, om te zetten in een definitieve schorsing van vier weken. Die voorwaardelijke schorsing kreeg de strafpleiter omdat hij zonder overleg met zijn cliënt in een zaak hoger beroep had ingesteld, waarbij de cliënt een fors hogere celstraf kreeg opgelegd. De Raad van Discipline oordeelde toen dat Roethof zeer onzorgvuldig had gehandeld. De Raad van Discipline doet in beide zaken op 25 maart uitspraak.
Lees verder