Referendum over groenplannen staat voor de deur, maar waar stemmen we over?
'Bent u voor of tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur?' Die vraag krijgen Amsterdammers die op 6 juni naar de stembus gaan voorgelegd. Naast dat er een stem kan worden uitgebracht voor het Europese Parlement, mag er namelijk ook worden aangekruist of je het eens bent met de nieuwe groenplannen van wethouder Reinier van Dantzig (D66). Maar waar gaat dat referendum nou eigenlijk over? De Hoofdgroenstructuur, een document van een kleine 90 pagina's waarin beschreven staat welke groene gebieden in de stad worden beschermd. Op die locaties mogen bijvoorbeeld geen woningen worden gebouwd. Het gaat dan bijvoorbeeld over stadsparken, zoals het Vondelpark of het Gaasperpark, en 'struinnatuur', zoals de Oeverlanden en het W. H. Vliegenbos. Maar in het document worden ook sportparken, volkstuinparken, begraafplaatsen en 'curiosa' – Artis, Hortus en het Stenenhoofd – genoemd. Kritiek op plannen Eind oktober van 2022 kwam verantwoordelijk wethouder Van Dantzig naar buiten met de aanpassingen van de Hoofdgroenstructuur. In de nieuwe plannen wordt het beschermd groen uitgebreid, door meer parken en water toe te voegen. "We gaan het bestaande groen nog beter beschermen", aldus Van Dantzig destijds. Maar op de plannen van de wethouder kwam behoorlijk wat kritiek. Volgens de critici zijn er te veel uitzonderingsgronden in de plannen. Waardoor bouwen in het beschermd groen toch op sommige manieren zou kunnen gebeuren. Zo staat er bijvoorbeeld dat windmolens niet in de natuur mogen worden gebouwd, tenzij deze onder andere bij gemeenteraadsbesluit als zoekgebieden voor windenergie zijn aangemerkt. Volgens critici maakt dit de weg vrij voor windmolens in onder meer de Gaasperplas. 'Sjoemelgroen' Ook is er kritiek op wat er in het beleid is opgenomen als groen. Zo tellen kunstgrasvelden van sportparken mee en geldt dat ook voor snelwegbermen. Volgens de initiatiefnemers van het referendum is dat 'sjoemelgroen' voor het halen van de groennormen, het aantal vierkante meters groen per woning. De organisatoren willen dat de gemeente beter gaat kijken of die groennormen wel echt worden gehaald en wat er wordt meegerekend als groen. Daarnaast was er nog kritiek op de manier hoe de nieuwe plannen tot stand zijn gekomen. Van Dantzig paste de plannen van de Hoofdgroenstructuur van zijn voorganger aan nadat hij werd geïnstalleerd als wethouder. Voor de eerdere versie was al een inspraakronde geweest, waardoor de versie van Van Dantzig alleen door de gemeenteraad zou worden besproken. De initiatiefnemers stellen dat Amsterdammers hierdoor niet hun stem konden laten horen. Vanwege de kritiek op de plannen werd er op 11 januari van vorig jaar een speciaal ingelaste inspraakavond georganiseerd. Er hadden zich 35 insprekers aangemeld en ongeveer honderd mensen waren aanwezig voor een protest. Verantwoordelijk wethouder Reinier van Dantzig was er zelf niet bij, maar zei een dag later dat hij met de nieuwe plannen juist meer groen wil beschermen en dat gemeenteraadsleden altijd tegen de bouwplannen kunnen stemmen. Eerste stadsbrede referendum sinds 2002 Het plan stond op de agenda van de gemeenteraad zodat er over gestemd kon worden. De organisatoren begonnen daarom het proces voor het referendum. "Als er meer tijd en ruimte was geboden waren we in gesprek gegaan met de wethouder. Maar die tijd was er niet", legde organisator Sonja Brilman eerder uit. "Dus toen moesten we min of meer aan de noodrem trekken." Sinds 2022 zijn de regels voor het opzetten van referenda versoepeld. Zo zijn er minder handtekeningen nodig, niet meer 30.000 maar 10.000, en krijgen aanvragers tien in plaats van vier weken de tijd om die te verzamelen. Ook geldt de opkomstdrempel van 20 procent niet meer. De eerste stap voor Amsterdammers die een referendum willen, is het indienen van een inleidend verzoek bij de voorzitter van de gemeenteraad. Hiervoor zijn 1000 handtekeningen nodig van mensen die kiesgerechtigd zijn. Dat inleidend verzoek van de organisatoren werd massaal ondertekend. Binnen een dag stond de teller op 18.000 mensen. Het verzoek voor het opzetten van het referendum werd daarop aangenomen door de gehele raad en de organisatoren mochten op zoek naar de 10.000 handtekeningen van Amsterdammers. Dat aantal werd ruim voor het verstrijken van de verzamelperiode gehaald. Het is het eerste referendum wat stadsbreed gehouden gaat worden. De laatste keer was in 2002, over het verzelfstandigen van het GVB. In het verleden werden er ook referenda gehouden over de komst van de Noord/Zuidlijn en de aanleg van IJburg. In Weesp werd er in 2018 nog een referendum gehouden, over de aansluiting bij Amsterdam. De Weespers mogen ook een stem uitbrengen over de Hoofdgroenstructuur, het stadsgebied is echter niet opgenomen in het beleid. Vraagstelling lastig De organisatoren zijn op het veel punten dus oneens met de Hoofdgroenstructuur: te veel uitzonderingsgronden, de groennormen en de visie van de stad over het groen. Maar welke vraag stel je dan bij het referendum? Aangezien in de officiële regels staat dat Amsterdammers met een 'ja' of 'nee' zich moeten uitspreken over of ze voor een plan van de raad of het college zijn. Dat was ook het probleem waar de referendumcommissie van de gemeente mee worstelde. Want was zo'n ja/nee-vraag niet te kort door de bocht? Volgens sommige raadsleden misschien wel en daar waren de initiatiefnemers het mee eens. Zij vonden dat er subvragen bij het referendum moesten worden. Vanwege de verordening is dat echter niet mogelijk. Uiteindelijk koos de referendumcommissie voor de vraag: 'bent u voor of tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur?' Dat zou je ook wel kunnen omschrijven als: 'mogen de plannen van de gemeente over de Hoofdgroenstructuur worden doorgezet, met alle voor- en tegenpunten in gedachten meegenomen'. Het gaat uiteindelijk om een raadgevend referendum, de uitslag is niet bindend. Raadsleden mogen zelf bepalen tijdens de stemming over de Hoofdgroenstructuur of zij gehoor willen geven aan de uitslag van het referendum. Campagnetijd Met nog een maand te gaan totdat de Amsterdammers 'ja' of 'nee' mogen invullen in het stemhokje, is de vraag wat er nog staat te gebeuren. Voor het referendum mag namelijk net als bij de verkiezingen gewoon campagne worden gevoerd. Maar een debat in De Balie of in Pakhuis de Zwijger tussen Van Dantzig en de initiatiefnemers gaan we niet zien. De wethouder schreef een aantal weken geleden in een brief aan de gemeenteraad dat hij zich 'terughoudend' gaat opstellen en geen gebruik zal gaan maken van het campagnebudget. In principe is er voor Van Dantzig een bedrag van 15.000 euro beschikbaar om de Amsterdammers over te halen voor zijn plannen, maar op verzoek van voormalig JA21 raadslid Annabel Nanninga mag de wethouder tijdens de campagneperiode geen gebruik maken van het ambtelijk apparaat en de communicatiekanalen van de gemeente. Volgens de woonwethouder is het niet te doen om campagne te voeren zonder inzet van ambtenaren en is het ook niet mogelijk om het alleen te doen met het budget, hij zou dan externe personen moeten inhuren. Het stadsbestuur is van plan om alleen 'feitelijk' uit te leggen wat de plannen inhouden aan bijvoorbeeld de pers, raadsleden of in de referendumkrant. Van Dantzig schrijft dat hij juist graag ziet dat voor- en tegenstanders van het beleid het debat voeren. Of dat ook gaat gebeuren is nog maar de vraag. Er is sinds eind vorig jaar namelijk ook subsidie beschikbaar voor Amsterdammers die campagne willen voeren. Dat is echter in acht gevallen aangevraagd door tegenstanders van de groenplannen en in vijf gevallen voor een neutrale campagne. Er zijn geen aanvragen voor de subsidie van een partij die voor de Hoofdgroenstructuur is.
Lees verder