Sluiting woning onterecht: drugs, wapen en cashgeld lagen alleen in kamer van zoon

De bewoners van een woning aan de Alfred Döblinstraat in de Amsterdamse Venserpolder, die eerder dit jaar vanwege een drugsvondst werd gesloten, mogen weer terugkeren naar huis. Dat heeft de voorzieningenrechter bepaald. De rechter fluit daarmee burgemeester Halsema terug, die 'onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het noodzakelijk is om de woning per direct te sluiten'. Aan de drugsvondst ging een schietincident vooraf. Op 12 augustus kwamen agenten af op een melding dat er was geschoten op de Boeninlaan in Venserpolder. Voor zover bekend raakte niemand gewond. Kort daarna arresteerde de politie twee verdachten, bewoners van de Alfred Döblinstraat.  Bij een huiszoeking vonden agenten vervolgens ruim zes kilo cannabis, een Glock 19-pistool en ruim 80.000 euro. In de omgeving van de woning lagen twintig blokken cocaïne, twee vuurwapens en een kogelhuls. Voor burgemeester Halsema reden genoeg om de woning vorige week voor zeker drie maanden te sluiten. Dat had verstrekkende gevolgen voor alle bewoners: een vrouw, haar partner en twee meerderjarige zoons. Terwijl de drugsvondst volgens de voorzieningenrechter alleen een van de zoons, een 29-jarige man, kan worden aangerekend. De cannabis, het vuurwapen en de grote hoeveelheid contant geld lagen namelijk in zijn kamer.  Bewoners mogen weer naar huis Deze 29-jarige man zit nog vast en staat inmiddels niet meer ingeschreven op de Alfred Döblinstraat. Daar had de burgemeester rekening mee moeten houden toen ze de woning sloot, oordeelt de voorzieningenrechter. In plaats van de hele woning op slot te gooien, had ze bijvoorbeeld ook eerst een waarschuwing kunnen geven.  Halsema heeft volgens de rechter onvoldoende gemotiveerd waarom ze direct koos voor sluiting en moet de woning dus weer vrijgeven. Volgens advocaat Gerald Roethof kan de familie inmiddels inderdaad weer naar huis.