Stadgenoot krijgt ongelijk: zoon (49) die bij moeder woont is medehuurder

Een 49-jarige man die ongeveer zes jaar geleden opnieuw bij zijn moeder kwam wonen is, ondanks tegenwerking van woningcorporatie Stadgenoot, officieel medehuurder. Dat heeft de rechtbank vorige week geoordeeld.  De man woonde enige tijd in België, maar keerde in 2018 terug naar de sociale huurwoning van zijn moeder in Zuidoost. In april 2019 kreeg de man een ongeval met een auto waardoor hij hersenletsel opliep. Hij heeft geen werk en wordt geholpen door een begeleider. Zijn moeder en hijzelf deden in 2020, 2021, 2022 en 2023 al pogingen om hem aan te merken als medehuurder, maar Stadgenoot wees alle aanvragen af. Hospita Volgens Stadgenoot ging het niet om een 'duurzame gemeenschappelijke huishouding', maar om een poging om in de sociale huurwoning te kunnen blijven als de moeder op korte termijn het huis zou verlaten. Het zou volgens de woningcorporatie gaan om een zogeheten 'hospita-situatie', wat betekent dat de woning wel gedeeld wordt, maar dat de bewoners geen gemeenschappelijk huishouden vormen.  De zoon en moeder bestreden dat. Zo betaalt de 49-jarige man mee aan de huur en hebben ze de huishoudelijke taken verdeeld. Ook eten ze dagelijks samen en zitten ze samen in de woonkamer. De begeleider en het Buurtteam Zuidoost, dat de bejaarde moeder helpt, schreven een verklaring waarin ze dat bevestigden. Volgens de kantonrechter is voldoende vast komen te staan dat de twee inderdaad een gemeenschappelijk huishouden volgen. Omdat de begeleider en het buurtteam 'professionals in hun vakgebied' zijn, gelooft de kantonrechter hun verklaringen ook. "Zo bezien heeft Stadgenoot onvoldoende gesteld om te twijfelen aan de inhoud van voornoemde brieven waarin het beeld van een gemeenschappelijke huishouding wordt geschetst." De kantonrechter schrijft in het vonnis wel dat een situatie waarin een kind bij een ouder woont meestal geen 'duurzame' gemeenschappelijke huishouding is, maar een 'aflopende' situatie. Met andere woorden, het kind heeft de bedoeling om later te vertrekken. In dit geval is daar volgens de kantonrechter geen sprake van. Zo had de man alleen kleding meegenomen en geen meubels, heeft hij weinig sociale contacten, zitten zijn eigen kinderen in Afrika en is niet gebleken dat hij zelf naar een woning in Nederland heeft gezocht. 

Lees verder