Stadsbestuur akkoord met bouw slavernijmuseum op kop van Java-eiland
Het stadsbestuur is akkoord met de bouw van het nationaal slavernijmuseum op de kop van Java-eiland. Dat laat de gemeente weten in een brief aan de raad. De gemeente draagt 13,4 miljoen euro bij aan de bouw van een hoogwaardig gebouw, dat jaarlijks 270.000 bezoekers moet trekken. Het museum moet bijdragen aan de erkenning en herkenning van de slavernijgeschiedenis van Amsterdam en van Nederland, valt te lezen in de brief. In het museum kunnen bezoekers leren over de geschiedenis, maar ook over de doorwerking ervan in de samenleving van nu. Ook moet er een ruimte komen waar het mogelijk is om het verleden te verwerken. Wethouder Touria Meliani (Cultuur) zegt trots te zijn op de stap vooruit. "Op de mensen die al lange tijd erkenning vragen voor het slavernijverleden van de stad en Nederland, ook toen nog niemand wilde luisteren", aldus de wethouder. Ook zegt ze trots te zijn op de raadsleden die het initiatief namen en de kwartiermakers die zich voor het museum hebben ingezet. Negen potentiële locaties In totaal werden negen potentiële locaties voor het museum aangewezen. In oktober vorig jaar bleven daar nog drie van over. Naast het Java-eiland waren ook het Marineterrein en het Nelson Mandelapark kanshebber. Uiteindelijk viel de keuze dus op de kop van het Java-eiland. De keuze is volgens de kwartiermakers voor een deel gebaseerd op zo'n 40 bijeenkomsten die ze in Nederland, Suriname en het Caribisch gebied organiseerden. In totaal kwamen 4500 mensen op die inspraakavonden af. In Amsterdam werden in totaal vier bijeenkomsten georganiseerd. Naast de locatie werd er op die avonden ook gesproken over de invulling van het museum. De gemeenteraad moet nog instemmen met de plannen. Het is de bedoeling dat het museum in 2030 de deuren opent. AT5 nam eerder met een van de kwartiermakers een kijkje op de plek waar het museum moet komen:
Lees verder