Stadsdeelcommissie Zuidoost wil Kamervoorzitter Bosma niet bij Keti Koti

Een meerderheid van de stadsdeelcommissie van Zuidoost wil niet dat Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) aanwezig is tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden. Zij verzoeken het stadsbestuur om zich uit te spreken tegen de komst van Bosma. "Het doet er niet toe in wat voor rol hij aanwezig is, het blijft dezelfde man."  De motie van BIJ1 en Denk werd gisteravond in de commissievergadering besproken. "BIJ1 en Denk verwachten van de raad een sterk moreel komen en een principiële basishouding om tegenwind te bieden aan de extreem rechtse wind uit Den Haag", begon commissielid Dylan Bakker (BIJ1). "Dat begint door de huidige PVV-Kamervoorzitter geen enkele officiële rol te laten vervullen bij de slavernijherdenking." Volgens de twee partijen past Bosma vanwege zijn uitlatingen niet bij Keti Koti. "Hij gaat tekeer tegen alles wat te maken heeft met diversiteit en inclusie. Zo'n iemand heeft niets te zoeken bij herdenkingen in onze diverse stad, ook niet in een rol als Kamervoorzitter." Bakker liet in zijn betoog weten dat het 'een klap in het gezicht' is voor de nazaten van tot slaafgemaakten. "Het doet er niet toe in wat voor rol hij aanwezig is, het blijft dezelfde man."  Meerderheid is het eens Een meerderheid van de commissie ziet Bosma ook liever niet bij de herdenking, die overigens in stadsdeel Oost is, aanwezig zijn. Van de tien commissieleden die aanwezig waren stemden er zes voor. "Ik realiseer me dat de voorzitter verkozen is door een meerderheid van de Tweede Kamer en ik begrijp dat die functie bepaalde verplichtingen met zich meeneemt", aldus Claudia Esajas van D66. "Echter maak ik me grote zorgen over de staat van dit land, waarin dingen worden genormaliseerd die nooit normaal mogen zijn. Deze persoon hoort op de voor ons zo belangrijke dag niet thuis. Geen cel in mijn lichaam kan daar ja tegen zeggen." GroenLinks, VVD, Bewoners Amsterdam Zuidoost en één van de drie leden van de PvdA stemden tegen de motie. Volgens de commissieleden is Bosma aanwezig als voorzitter en ondanks dat ze tegen de uitlatingen zijn en het ongemak voelen is hij door de Kamer verkozen en horen de verplichtingen daarbij. GroenLinks-commissielid Margreet Simons legde emotioneel uit dat het een punt is waar de organisatie van de herdenking, het National instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), over moet gaan. "Zij vinden het belangrijk dat er een afvaardiging vanuit de Tweede Kamer bij de herdenking aanwezig is en zijn niet van plan om Bosma te weigeren. Het is dan ook niet aan de Amsterdamse politiek om dat te overrulen." Geen reactie Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel kwam gisteren nog niet met een reactie. Volgens voorzitter Tanja Jadnanansing (PvdA) heeft het bestuur het er een tijd over gehad en 'worstelen' ze met de motie. "Dit zijn discussies die zo ingewikkeld liggen. Ik zoek naar woorden, maar wat je wil is een standpunt vinden wat recht doet aan alle inwoners van Zuidoost. Aan de ene kant heb je recht en rechtvaardigheid en aan de andere kant heb je liefde. Vanuit die liefde wil je iedereen omarmen, maar tegelijkertijd zijn een aantal uitspraken ons allen pijn doet. Wij hebben onvoldoende woorden, maar voelen wel de pijn." Heeft de motie nut? Het is wel de vraag of de aangenomen motie, die nu naar de gemeenteraad gaat, nut gaat hebben. De fractie van Denk in de gemeenteraad wilde namelijk ook al dat Bosma 'ongewenst' moest worden verklaard bij herdenkingen in de stad. Tijdens de commissievergadering van 23 mei ging de gemeenteraad daarover in debat. Geen van de andere partijen wilde zover gaan als Denk om Bosma ook echt ongewenst te verklaren voor de herdenkingen. De meeste raadsleden voelden wel het ongemak van zijn aanwezigheid, maar ingrijpen zou te ver gaan.  Halsema tegen Ook burgemeester Halsema was tegen het idee en vond dat je de situatie 'niet politiek' moest worden gemaakt. Wel 'begreep' de burgemeester de emoties. "In een tijd van grote maatschappelijke onrust moeten democratische rituelen en tradities, die verzoenend zijn en mensen bij elkaar brengen in ere worden gehouden. Het is van groot belang dat het hoogste orgaan van ons land, het parlement, vertegenwoordigd is bij het 4 en 5 mei defilé. Je moet dat niet politiek maken. Dit keer is het deze voorzitter van de Kamer, de volgende keer is het een andere voorzitter."

Lees verder