Stijgen de huizenprijzen, dan minder baby's, ook in Amsterdam
In regio's waar de huizenprijzen het sterkst zijn gestegen, is het geboortecijfer het meest gedaald. Dit wijst erop dat de stijging van de huizenprijzen een belangrijke rol speelt in de daling van het geboortecijfer, concludeert demograaf Daniël van Wijk in zijn onderzoek, gepubliceerd op de website van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). En dat geldt ook voor Amsterdam. In de veertig regio's waar tussen 2010 en 2022 onderzoek naar werd gedaan, viel op dat in de regio's met een verhitte woningmarkt minder baby's worden geboren, dan in regio's met meer betaalbare woningen. Het geboortecijfer is de laatste jaren in Nederland sterk gedaald. Werden er volgens het onderzoek in 2010 nog 184.000 kinderen geboren, waren dat er in 2022 circa 168.000. In de regio Groot-Amsterdam, waar volgens het CBS de woningmarkt het meest verhit is, nam het aantal kinderen af van 1,64 per vrouw naar 1,23. In Zuid-Limburg, waar de huizenprijzen minder hard stegen, daalde dit aantal veel minder hard. Namelijk van 1,53 naar 1,34 per vrouw. "Dit bevestigt het vermoeden dat jongvolwassenen het krijgen van kinderen uitstellen of mogelijk zelfs afstellen door de situatie op de woningmarkt. Waarschijnlijk komt dit ofwel doordat zij geen woning kunnen vinden die ze geschikt achten om kinderen op te voeden, ofwel doordat zij te maken hebben met hoge woonlasten die weinig financiële ruimte overlaten om (nog) een kind te krijgen", aldus Van Wijk. Hij plaatst als kanttekening dat het mogelijk is dat personen met een kinderwens verhuizen naar regio's waar de huizen goedkoper zijn, wat een andere verklaring zou kunnen zijn voor het verband tussen stijgende huizenprijzen en dalende geboortecijfers. Dit is in de studie deels ondervangen door te kijken naar relatief grote regio's, waardoor het grootste deel van de verhuizingen binnen de grenzen van de regio's blijft.
Lees verder