Toename van aantal meldingen van dierenmishandeling in Amsterdam
De politie ontvangt steeds meer meldingen van dierenmishandeling in Amsterdam. De laatste vijf jaar is het aantal meldingen bijna verdubbeld. Volgens burgemeester Femke Halsema is er geen eenduidige oorzaak bekend waarom het aantal meldingen zo is toegenomen, schrijft ze in een brief aan de gemeenteraad. Ze laat weten dat het college geschrokken is van de toename. De politie kreeg afgelopen jaar 1950 meldingen van dierenmishandeling, terwijl dat er in 2019 nog 1103 waren. Uit de cijfers blijkt dat het aantal meldingen na 2019 ieder jaar verder toenam. Mogelijke oorzaken Hoewel er geen eenduidige oorzaak is, zijn er bij de politie en meldpunt 144 wel vermoedens. Zo werden er in de coronaperiode veel huisdieren aangeschaft, waar mensen nu van af willen. Halsema omschrijft dat als 'afstandsdieren', vaak met complexe medische of gedragsproblemen, die voor ergernis zorgen 'in de huiselijke sfeer'. Verder is het mogelijk dat Amsterdammers zich vaker ergeren aan de dieren van de buren en dit eerder melden. Ook bestaat er een kans dat mensen het meldpunt beter weten te vinden, mede omdat de dierenpolitie meer zichtbaar is op sociale media. Te weinig tijd Volgens de burgemeester lukt het de Amsterdamse politie, ondanks de toename van het aantal meldingen, om vrijwel alle meldingen op te pakken 'en waar mogelijk tot een verdachte te komen'. Hoewel de agenten van de dierenpolitie erg toegewijd en betrokken zijn bij het welzijn van dieren, ontbreekt het hen volgens Halsema aan tijd om omvangrijkere onderzoeken te doen. Dierenmishandeling kan kan een indicatie zijn van andere soorten mishandeling, zoals van kinderen of een partner. Ook blijken slachtoffers van huiselijk geweld ongeveer een jaar langer bij hun partner als er huisdieren in het spel zijn. Zij zoeken soms geen hulp uit angst dat hun dier dan extra mishandeld wordt. Ze gaan pas weg als er een goede opvang voor hun dier is. Training Medewerkers van woningcorporaties die achter de voordeur komen, zoals vakmensen, technische medewerkers, huismeesters en onderhoudsmonteurs, hebben een training gekregen om signalen hiervan te herkennen.
Lees verder