Top 600 onder vuur: hoe moet het verder met de aanpak?
De Amsterdamse Top 600 zorgt niet voor minder recidive, blijkt uit onderzoek. Daarmee wordt de belangrijkste doelstelling van de kostbare en tijdrovende aanpak niet behaald. Bovendien hebben advocaten en privacydeskundigen ook grote twijfels over de rechtmatigheid van de aanpak: houdt die wel genoeg rekening met het recht op privacy? Het roept de vraag op hoe het verder moet met de Top, één van de kroonjuwelen uit de erfenis van burgemeester Van der Laan. Het klinkt zo logisch. Maak een lijst met de grootste veelplegers van de stad. Laat iedereen die op die lijst staat intensief volgen door de politie, wijkcoaches, zorginstellingen, buurtcentra, scholen en andere instanties. Straf ze als dat nodig is, help ze waar dat kan. Geef de lijst een pakkende naam en maak hem het speerpunt van het criminaliteitsbeleid. Zo werd in 2011 de Top 600 geboren. Toenmalig Amsterdamse burgemeester Van der Laan bedacht de lijst na de roofmoord op juwelier Fred Hund in de Jan Evertsenstraat. Het moest klaar zijn met gewelddadige overvallen en andere 'high impact crimes' die de stad al jaren teisterden. Als die steeds worden gepleegd door dezelfde jongens en mannen, moet je het beleid op hen richten, was het idee. Een no-nonsense aanpak, daadkrachtig en doeltreffend. Het was vintage Van der Laan. Tekst gaat door onder de foto Volgens de gemeente was het een groot succes. Maar het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) kwam in november 2023 tot een heel andere conclusie. De belangrijkste doelstelling van de Top 600, het terugdringen van recidive, wordt niet behaald. Sterker nog, Top 600'ers recidiveren niet minder, maar méér dan vergelijkbare veelplegers die niet op de lijst staan. De twee andere doelstellingen van de aanpak zijn ’perspectiefverbetering’ - bijvoorbeeld door hulp met het vinden van werk of woonruimte - en het voorkomen dat broertjes en zusjes afglijden in de criminaliteit. Het WODC heeft niet onderzocht of de aanpak daar wel succesvol in is, maar uit de aanbevelingen van de onderzoekers blijkt dat zij daar twijfels bij hebben. Het roept de vraag op hoe het verder moet met de Top 600. De aanpak is niet alleen erg kostbaar en tijdrovend, maar heeft ook grote gevolgen voor de privacy van degenen die op de lijst staan én hun familieleden. Moet de gemeente daarmee doorgaan? En mag het eigenlijk wel? Om in de Top 600 te belanden, moet je aan een aantal criteria voldoen. Je wordt bijvoorbeeld op de lijst gezet als je de afgelopen vijf jaar tenminste drie keer bent aangehouden voor een ‘high impact’-delict én in de afgelopen twee jaar tenminste een keer verdachte bent geweest van een misdrijf én in de afgelopen vijf jaar tenminste een keer bent voorgeleid aan de officier van justitie. Als je eenmaal op de lijst staat, worden niet alleen je criminele activiteiten in de gaten gehouden, maar je hele leven. Opleiding, werk, dagbesteding, inkomen, schulden, woonsituatie, vrienden, familie en medische zorg: alles wordt in kaart gebracht. Talloze gegevens worden gedeeld met tientallen instanties - van scholen tot zorgverleners, en natuurlijk de politie. Tekst gaat door onder de foto Iedere Top 600’er krijgt een regisseur toegewezen die het overzicht in al dit informatieverkeer moet zien te behouden en als contactpersoon optreedt. Als criminele activiteiten dreigen, kan de regisseur de politie inschakelen. Als het goed gaat, kan hij of zij ondersteuning bieden, bijvoorbeeld door bij financiële problemen betalingsregelingen te treffen of een stageplek te regelen. Van der Laan leek zo een antwoord gevonden te hebben op de eeuwige vraag of je criminelen hard moet straffen of juist met ‘zachte hand’ moet proberen te resocialiseren. De Top 600 doet het allebei: het is én ‘theedrinken’ én lik op stuk. Daarmee werd meteen ook een politiek probleem opgelost: het beleid was acceptabel voor zowel links als rechts. De Top 600-aanpak werd al snel voor meer doelgroepen gebruikt, zoals hooligans, psychiatrisch patiënten en overlastgevers. Het beleid van intensief volgen en gegevens delen, aanvankelijk bedoeld voor veelplegers van ernstige misdrijven, werd een duizenddingendoekje voor uiteenlopende veiligheidsproblemen. De aanpak leidt ertoe dat zorg en repressie zich met elkaar vermengen, zegt privacydeskundige Nadia Benaissa van Bits of Freedom. ''Zorginstellingen en andere instanties gaan met een politieblik naar je kijken. Het gevolg is dat je niet aan durft te kloppen als je zorg nodig hebt, omdat je bang bent dat het negatieve gevolgen heeft.'' In 2015 kwam er ook een Top 400 voor 13- tot 21-jarigen jongeren "over wie de vrees bestaat dat zij zonder ingrijpen (verder) afglijden in de criminaliteit". De instroomcriteria zijn ruimer dan bij de Top 600. Zo wordt er gekeken naar schoolverzuim en betrokkenheid bij huiselijk geweld, ook als slachtoffer. Je moet twee keer zijn aangehouden door de politie, waarvan een keer voor een ‘high impact crime’. Maar je hoeft nooit te zijn veroordeeld. Met andere woorden: of je daadwerkelijk schuldig was, doet niet ter zake. Tekst gaat door onder de foto Het WODC legt een bom onder die uitbreidingen, en beveelt aan de aanpak "niet verder uit te breiden zolang niet bewezen is of die effectief is". Het rapport is ook kritisch over het feit dat de lijst zich ook op broertjes en zusjes richt. Dat zou "contraproductief kunnen werken en kunnen leiden tot negatieve bijeffecten". Zo leeft onder meer de vrees dat minderjarige familieleden "met een vergrootglas" worden beoordeeld door jeugdzorg of kinderbescherming. De gemeente zegt dat broertjes en zusjes alleen worden betrokken als hulpverleners dat nodig achten. Advocaat Richard Korver, die meerdere jongeren uit de Top 600 heeft bijgestaan, waarschuwt voor de gevolgen voor familieleden. "Ik heb een cliënte bijgestaan die stage liep bij de rechtbank. Op een gegeven moment kwam men er daar achter dat haar broer in de Top 600 zat, en toen is die stage beëindigd. Dat is natuurlijk krankzinnig." Tekst gaat door onder de foto Volgens Benaissa is er vaak geen wettelijke basis om allerlei gegevens met verschillende instanties te delen. Ook Korver heeft twijfels over de rechtmatigheid van de aanpak. "Er is nooit uitgeprocedeerd of dit mag. In 2011 is dit door Van der Laan bedacht en ingevoerd, onder luid applaus, zonder dat er een goede juridische inbedding is." Volgens de onderzoekers van het WODC lijkt er binnen de gemeente "een heilig geloof" in de aanpak te bestaan, waardoor interne tegenspraak zou ontbreken. De gemeente laat weten dat er mogelijk een klankboordgroep komt "om op structurele basis feedback te organiseren". Binnenkort komt burgemeester Halsema met details over de plannen om de Top 600 aan te passen. Volgens Korver zou de vraag op tafel moeten komen of de aanpak wel moet worden voorgezet. "Het is de vraag of de gemeente zich bezig moet houden met het bestrijden van criminaliteit. Daar hebben we politie en justitie voor. De gemeente zou zich moeten richten op preventie: gooi buurthuizen open, zorg ervoor dat ook mensen met een Arabische achternaam een stageplek kunnen krijgen. Dat klinkt misschien soft, maar dat is wat werkt."
Lees verder