Vrouwen ondanks D66-plan nog geen 'graadmeter voor openbare ruimte'

Wethouder Melanie van der Horst heeft 'met interesse kennisgenomen' van het voorstel van D66-raadslid Elise Moeskops om meer aandacht te hebben voor het vrouwelijk perspectief bij de inrichting van de stad. Toch vindt ze het te ver gaan om enkel vrouwen en meiden, zoals Moeskops het omschreef, graadmeter te maken bij de (her)inrichting van de openbare ruimte. Moeskops diende haar plan voor een gastvrije openbare ruimte eind januari in. Ze schreef dat Amsterdam 749 jaar lang 'heteronormatief mannelijk ingericht' is. Dat zou bijvoorbeeld te zien zijn aan buitenvoorzieningen zoals voetbalveldjes, krachttrainingapparaten en aan autowegen. Volgens Moeskops moet de omgeving 'principieel in balans gebracht worden'.  De D66'er verwees daarbij naar een onderzoek van universitair docent Karin Voogd en professor sociologie Radboud Engbersen. Zij schreven dat meiden alleen buitenspelen als een ruimte veilig en uitnodigend is, net zoals otters die alleen zwemmen als het rivierwater kwalitatief goed is. "Ons voorstel is daarom om vrouwen en meiden de graadmeter te maken bij de (her)inrichting van de openbare ruimte in de stad", vond Moeskops. "Er zijn geen verliezers in een stad die op die manier wordt ingericht." Wethouder Van der Horst (zelf ook lid van D66) antwoordt deze week dat zij, de andere wethouders en de burgemeester iedereen een stem willen geven bij het inrichten of herinrichten van de openbare ruimte. Het gaat naast vrouwen dan ook om bijvoorbeeld kinderen, jongeren, mensen met beperkingen en ouderen. "Centraal staat 'de mens', in al haar verscheidenheid, als graadmeter", schrijft de wethouder. Van der Horst erkent dat het doen van onderzoek naar het gebruik, het gedrag en de beleving van de openbare ruimte door verschillende doelgroepen voor bruikbare kennis en informatie kan zorgen. Ze vraagt Moeskops daarbij wel om haar voorstel zo aan te passen dat niet enkel meiden en vrouwen als graadmeter gezien worden. Frauenbüro  Moeskops wees er in haar voorstel ook op dat er in Wenen een zogeheten Frauenbüro is. Dat is een afdeling van de gemeente die bijvoorbeeld heeft gezorgd voor meer zichtlijnen vanaf woningen naar de straat, zodat vrouwen zich veiliger voelen op straat. Het raadslid vroeg de gemeente om informatie uit te wisselen met het Frauenbüro.  Van der Horst antwoordt dat er in Amsterdam al een 'WomenMakeTheCity' is en dat er al kennis met onder meer Wenen wordt uitgewisseld, maar: "het kan altijd beter. Derhalve nemen we met interesse kennis van de aangedragen voorbeelden en blijft het college zich inzetten om kennis op te halen."

Lees verder