Waarom studenten niet massaal in een roeiboot stappen na succes op Olympische Spelen
Door het grote succes van het Nederlandse roeiteam op de Olympische Spelen hadden de studentenroeiverenigingen in Amsterdam gehoopt op een piek in aanmeldingen. Maar het tegenovergestelde bleek waar: ze kampen al een paar jaar met een afname in het aantal leden. En dit geldt niet alleen voor watersport, want US Handbal ziet ook minder studenten die staan te popelen om een balletje te gooien. Hoe komt dat? Sinds een paar weken is het studentenleven weer begonnen en voor veel eerstejaars hoort daar een studentenvereniging bij. Voor de studenten die sportief zijn aangelegd is er in Amsterdam genoeg keuze uit studentensportverenigingen: van roeien tot zeilen en van handbal tot volleybal. Maar waar studenten normaal gesproken in spanning zitten af te wachten of ze worden ingeloot, is er dit jaar een stuk minder concurrentie. Te weinig studentenwoningen Roeivereniging R.S.V.U Okeanos ziet al een paar jaar de aanmeldingen zakken. “Normaal verwachten wij een piek na de Olympische Spelen maar we hebben dit jaar zeker geen piek, en ook niet hetzelfde aantal als het jaar daarvoor.” Wat het verschil maakt tussen Amsterdam en de rest van Nederland is dat alle studentenroeiverenigingen in de stad een lagere hoeveelheid inschrijvingen hebben, terwijl verenigingen in de rest van het land wel een piek zien. Daarom denken wij dat dit te maken heeft met de woningmarkt", vertelt bestuurslid Jannes van der Geest. "Veel studenten blijven liever thuis wonen omdat ze geen woning kunnen vinden of betalen", voegt Jannes er aan toe. En dus is de vereniging bezig om nieuwe manieren te vinden om leden te werven. “Wij kunnen als vereniging natuurlijk niets aan de woningmarkt doen, maar we gaan het over een andere boeg gooien om te kijken hoe we hier een oplossing voor kunnen verzinnen.” Handbal Niet alleen bij het roeien maar ook bij US Handbal is dit probleem zichtbaar. Hoewel het oorspronkelijk een studentensportvereniging is telt de vereniging in de eerste teams maar twee daadwerkelijke studenten en ligt de gemiddelde leeftijd in de 30. “Elk jaar staan wij op de introweek bij de VU dus we doen ons best om nieuwe leden te winnen, maar veel studenten blijven bij de club in hun dorp omdat ze het ze hier niet lukt om te wonen”, vertelt hoofdtrainer Erik van der Graaf. Maar het is volgens hem wel erg belangrijk voor studenten om te blijven bewegen. “Er is zoveel te doen maar blijf ook altijd bewegen en als je dat in een teamsport doet is dat het allerleukste. Dan kan je na de training natuurlijk lekker met z’n allen de bar in.” Waar meerdere studentensportverenigingen dus aangeven dat zij minder inschrijvingen zien, herkent Studentensport Amsterdam zich daar niet in. Voorzitter Marit Westerdijk zegt dat zij bij contractondertekeningen niets heeft gehoord over het onderwerp woningnood of minder leden. Wel zijn ze altijd bezig om de verenigingen te stimuleren om een bepaald percentage studenten in de vereniging te behalen.
Lees verder