Wachtlijsten in de opvang blijven groeien: "Dit raakt kwetsbaarste Amsterdammers het hardst"

De wachtlijsten voor Beschermd Verblijf, de 24-uursopvang voor beperkt redzame Amsterdammers, zijn sinds begin 2022 met 56 procent gestegen. Ook op andere plekken in de opvang is twee jaar wachten allang geen uitzondering meer. Het Amsterdamse stadsbestuur zegt te doen wat het kan, maar hoopt dat het Rijk bij kan springen. "Zelfs voor de wachtlijstbegeleiding is er een wachtlijst." "Wat de gemeente goed doet op dit moment?!" Lara Santos, straatjurist bij de Straatalliantie, lacht schamper. "Dat vraag je echt aan de verkeerde." Maar vooruit: Amsterdam doet goed werk op het gebied van de bed-bad-brood-regeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers. "Rotterdam heeft dat bijvoorbeeld afgeschaft. En er is noodopvang voor dakloze gezinnen. Amsterdam is niet verplicht dat te doen, maar doet het wel." Maar voor de rest is Santos hard in haar oordeel: de almaar oplopende wachttijden voor Beschermd Verblijf raakt de meest weerloze Amsterdammers snoeihard. "De criteria om toegang te krijgen zijn heel streng. En als het al lukt om toegang te krijgen is er een heel lange wachttijd. Dan hebben we het minimaal een jaar, soms oplopend tot twee jaar. Bij één cliënt van ons zelfs negen jaar." Opvang, vervolgt jurist Santos, is volgens rechterlijke uitspraken uit het verleden een humanitaire ondergrens. "Als de wachtlijsten zo lang zijn dat de meest kwetsbare mensen één of twee jaar moeten wachten vóór ze een dak boven hun hoofd hebben, dan zakken we als Amsterdam door de humanitaire ondergrens heen." Illustratief voor de puinhoop is volgens Santos de wachtlijstbegeleiding. "Dat is 30 minuten per maand aan begeleiding." Santos haalt diep adem: "En daar is een wachtlijst voor! Zelfs voor de wachtlijstbegeleiding is er een wachtlijst." Wethouder Rutger Groot Wassink, in het college verantwoordelijk voor de opvang, is het eens met Santos. "De wachtlijsten voor èlke vorm van opvang zijn gestegen. Amsterdam probeert daarom als een malle capaciteit uit te breiden. De komende jaren investeren we 20 miljoen om meer opvangplekken te realiseren en meer aan preventie te doen."   Maar Groot Wassink weet ook: het is niet voldoende. "Dakloosheid is vooral een woonprobleem. We hebben gewoon veel te weinig betaalbare woningen in dit land." Het Amsterdamse stadsbestuur wijst ook nadrukkelijk naar Den Haag. "Dit is geen probleem van de grote steden. Je ziet eigenlijk in elke stad de dakloosheid enorm toenemen. Dit is echt een woonprobleem." Behalve de mensen op straat en op de wachtlijsten raakt dit ook hun partners, familie en vrienden. Gerda uit Noord moest dertien maanden lang toezien hoe haar ex-partner Ed op straat moest overleven. Door verslavingsproblemen was Ed niet meer te handhaven bij haar thuis. "Ik was op," vertelt Gerda. "Het kon niet meer, ik ging er zelf ook aan onderdoor." Ed beland op straat, en wat volgt is een lange tocht langs verschillende instanties. Verschillende keren krijgt Gerda bericht dat er voor Ed een plek is. "En dan hoor je er niks meer van. Echt van het kastje naar de muur, het bleef maar zo doorgaan." Uiteindelijk krijgt Ed een plek in een opvanglocatie van het Leger des Heils. Voor Gerda betekent het een einde aan de slapeloze nachten waarin ze haar ex dikwijls aantrof in haar schuur of het bankje voor haar huis. "Hij is nu aan het bijkomen, hij is erg afgevallen. Het gaat heel goed met hem, en dat doet mij ook goed. Ja, heel blij mee. Het is nu een ander leven." De achternamen van Gerda en Ed zijn bekend op de redactie, maar op hun eigen verzoek weerhouden.

Lees verder