Weken varen om van Texel in Amsterdam te komen: dat kon beter, vond koning Willem I
Onder het bewind van Koning Willem I werd een kanalenproject afgeleverd dat toentertijd het grootste ter wereld was: het Noordhollandsch Kanaal, de waterverbinding van Den Helder naar Amsterdam. Het leverde hem de bijnaam koning Kanalengraver op. Dit jaar bestaat dit huzarenstukje 200 jaar. "Het IJ raakte in die tijd vaak dichtgeslibd", zegt Mart van de Wiel, historicus bij het Noord-Hollands Archief. "Er is de uitspraak 'voor Pampus liggen', de zandbank die in de Zuiderzee ligt. Soms deden schepen wel weken over de tocht van Amsterdam naar Texel." Willem I wilde een snellere route, voor de 'koopvaardijvaart en 's Konings marine'. Het doel was dat zeeschepen makkelijker in Amsterdam konden komen. Van 1819 tot 1825 werd er gewerkt aan de 80 kilometer lange waterverbinding, die op dat moment de langste ter wereld was. Ingehaald door de tijd Iets meer dan 50 jaar later wordt het belang van kanaal een stuk minder, wanneer het Noordzeekanaal wordt aangelegd. Deze verbinding van Amsterdam met de zee is een stuk korter en daardoor interessanter voor gebruikers. IJmuiden krijgt een economische impuls, die ten koste gaat van Den Helder. Tegenwoordig wordt het Noordhollandsch Kanaal vooral toeristisch en voor regionaal vervoer gebruikt en voor de waterhuishouding in de provincie. Tekst gaat door onder de foto Pieter en Marieke En toeristisch varen is precies wat Pieter en Marieke Rosier graag doen. Voor NH varen de hobbyvaarders de hele route van Amsterdam naar Den Helder en spreken ze onderweg met verschillende mensen die ze op het water of aan de oevers tegenkomen. In de serie 'Over het Noordhollandsch Kanaal' varen we in zes etappes met hen mee. De afleveringen zijn vanaf zaterdag 8 juni om 17.10 uur op tv te zien en na uitzending terug te vinden op de themapagina.
Lees verder