Wie houdt de gemeente allemaal in de gaten - en wat als dat onterecht is?

De persoonsgerichte aanpak (pga), aanvankelijk bedoeld voor potentiële terroristen, wordt inmiddels voor veel meer doelen ingezet. Onder anderen verwarde personen, overlastgevers en minderjarige delinquenten komen op een lijst en worden op allerlei manieren gevolgd. Wie bepaalt of je in zo’n aanpak terechtkomt, en wat kun je doen als dat onterecht is? "Mensen denken dat je gek bent." Het is 2005, een jaar na de moord op Theo van Gogh. Het jihadistische netwerk ‘’de Hofstadgroep’’ domineert het nieuws. In Londen vallen tientallen doden bij een grote aanslag in metro’s en bussen. De angst is voelbaar in de samenleving.  De Nederlandse regering zoekt naar manieren om terrorisme te bestrijden. Het streven is om in te grijpen voordat het daadwerkelijk mis gaat. Maar hoe?  Een van de maatregelen die wordt ingevoerd, is de persoonsgerichte aanpak (pga). Potentiële geradicaliseerden worden op een lijst geplaatst en vervolgens openlijk gevolgd. Wijkagenten en buurtregisseurs leggen huisbezoeken af, zoeken contact met familieleden en bezoeken de werkplek. De gevolgde persoon wordt zo belemmerd in het uitvoeren van mogelijke terroristische activiteiten. De politie werkt samen met zorginstellingen, buurthuizen, scholen en andere organisaties. Dat moet voorkomen dat een potentieel gevaarlijk persoon al langer op de radar staat bij verschillende instanties, die dat niet van elkaar weten. De maatregel kan preventief worden opgelegd. Met andere woorden: je kunt op de lijst belanden terwijl je nergens van wordt verdacht.  Zes jaar na de landelijke invoering gaat de gemeente Amsterdam het beleid ook toepassen, maar dan voor andere doelgroepen. De eerste Amsterdamse pga is de Top 600, een lijst waarop jonge veelplegers van ernstige misdrijven staan.  Daar blijft het niet bij. Er komt onder meer een aanpak voor overlastgevers, voor verwarde verdachten en voor criminele ‘doorgroeiers’. Momenteel zijn er in Amsterdam zeven persoonsgerichte aanpakken. (Zie de kaders voor een overzicht). De pga is uitgegroeid tot het duizenddingendoekje van het veiligheidsbeleid van de gemeente. Bijna al die pga’s werken hetzelfde. Als je op de lijst terechtkomt, overleggen allerlei instanties over je. Van de gemeente tot psychiatrische instellingen en woningcorporaties. Zij wisselen gegevens met elkaar uit. Je krijgt een brief die je op de hoogte stelt, en er wordt ‘’regisseur’’ aangewezen die jouw zaak behandelt. Het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) is verantwoordelijk voor de pga’s. Het is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Amsterdam, een aantal kleinere gemeenten en instanties als het OM en de Jeugdbescherming Er zijn vijftien bestuurders ,onder wie de hoofdofficier van Justitie en de wethouder Onderwijs. De voorzitter is de burgemeester. Het AcVZ bepaalt wie in een pga belandt. Alleen bij persoonsgerichte aanpak radicalisering is het anders geregeld. Daar adviseren gespecialiseerde ambtenaren wie voor de aanpak in aanmerking komt, en wordt de beslissing genomen door de burgemeester. De instroomcriteria voor de overige pga's verschillen per aanpak. Sommige zijn gebaseerd op harde cijfers. Om in de Top 600 te belanden moet je onder meer drie keer zijn aangehouden voor een ernstig delict.  Andere criteria zijn niet in cijfers te vangen. De Aanpak Doorgroeiers richt zich bijvoorbeeld op jongeren die ‘’status hebben binnen het drugsmilieu’’ en ‘’problemen op het gebied van zorg en veiligheid’’. Volgens het AcVZ worden die criteria beoordeeld door meerdere experts Dat die beoordeling niet altijd goed gaat, blijkt uit het verhaal van de linkse activist Frank van der Linde. In 2017 werd hij opgenomen in de persoonsgerichte aanpak ter voorkoming van radicalisering. Die aanpak is in het leven geroepen voor de bestrijding van jihadisme, iets waarmee Van der Linde nooit in verband is gebracht.  De politie en het OM adviseerden dan ook om hem niet op de lijst te zetten, blijkt uit gemeentelijke bronnen die Van der Linde later zelf heeft ontvangen. Maar onder druk van ambtenaren werd hij toch in de aanpak opgenomen. Hij kwam daar zelf achter. "Ik dacht meteen: het zal toch niet… Toen heb ik het opgevraagd, en bleek ik er inderdaad op te staan." Vanaf 2017 werd Van der Linde overal in de gaten gehouden door de politie. Pas jaren later heeft de gemeente toegegeven dat hij nooit op de lijst had mogen worden gezet. Burgemeester Halsema heeft daar excuses voor aangeboden.  Gemeentelijk ombudsman Munish Ramlal was nauw betrokken bij de pogingen van Van der Linde om zijn recht te halen. Volgens Ramlal is de gemeente té gefocust op veiligheid. ‘’Als je alleen maar vanuit die bril naar burgers kijkt, ontstaat er een toxische relatie. En een ongelijke strijd. De gemeente en de politie hebben verregaande bevoegdheden.’’  Er is geen onafhankelijke instelling die controleert of burgers terecht in een pga zitten. Het AcVZ beoordeelt zelf per dossier of de instroomcriteria correct zijn toegepast. ‘’Het zou goed zijn als dat wat onafhankelijker is ingestoken’’, zegt Ramlal. ‘’Bijvoorbeeld een functionaris die vragen kan stellen als: moeten we hier niet meer zorg bieden in plaats van de repressieve aanpak?’’ Bij één aanpak is dat volgens de gemeente inmiddels het geval.  Bij de radicaliseringsaanpak is recentelijk een onafhankelijke adviescommissie aangesteld die ''periodiek de aanpak doorlicht''. Plaatsing in een pga is een forse schending van de privacy - een van de grondrechten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zo’n schending kán geoorloofd zijn. Als er een serieuze kans bestaat dat iemand een aanslag of een gewelddadige overval zal plegen, weegt dat zwaarder. Maar het is de vraag of die ''proportionaliteit'', zoals juristen het noemen, aanwezig is bijvoorbeeld overlastplegers of treiteraars. Instanties delen gegevens over iemands religie, etniciteit, lichamelijke en psychische gezondheid, maar bijvoorbeeld ook over de seksuele geaardheid. Na uitstroom uit de aanpak - als het AcVZ oordeelt dat opname niet meer nodig is - wordt de informatie nog vijf jaar bewaard. Maar soms blijven de gegevens in het systeem staan. ‘’Alleen als we ze langer nodig hebben, bijvoorbeeld bij een rechtszaak’’, staat in de Regeling Gegevensverwerking van het AcVZ. Volgens de gemeente mogen deze bijzondere persoonsgegevens alleen onder specifieke voorwaarden worden gebruikt. ''In onze aanpakken komt dat nauwelijks voor'', laat een woordvoerder weten.  Je kunt bezwaar maken tegen de gegevensverwerking, op grond van de AVG. Volgens de wet mag je de gegevens inzien. Je kunt ook proberen ze te laten verwijderen. De rechter oordeelt daarover.  Volgens Van der Linde, die honderden procedures heeft aangespannen om zijn gegevens te achterhalen, is die AVG een wassen neus. ‘’Op papier behoor je een kopie van jouw dossier te ontvangen maar in de praktijk worden allerlei passages zwartgelakt. Je wordt gewoon tegengewerkt.’’ Tot voor kort was bezwaar maken tegen de gegevensverwerking het enige wat je kon doen. Tegen het feit dat je in een pga werd geplaatst, was geen bezwaar of beroep mogelijk.  Bestuursrechtelijk werd plaatsing in een pga gezien  als ''handeling'', niet als officieel besluit. Tegen een besluit kun je bezwaar maken. Tegen een handeling niet. Plaatsing in een pga was een voldongen feit.  Sinds begin juli ligt dat anders. Dat is te danken aan de rechtszaak van Nora, die in 2015 in de Treiteraanpak werd geplaatst. Volgens haar was dat onterecht. De buurman die de overlast had aangekaart zou haar óók hebben getreiterd.  Haar verhaal werd opgetekend door het Parool, dat op basis van getuigenissen van buurtbewoners concludeerde dat de overbuurman ook een actieve rol in het conflict had. Nora - een gefingeerde naam, ze wil niet herkend worden - eiste bij de rechtbank de beëindiging van de verwerking van haar persoonsgegevens. De zaak belandde uiteindelijk bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter van het land. De rechter oordeelde dat Nora terecht in de aanpak was geplaatst. Zelf betwist ze dat. Er zou geen sprake zijn van ''onbetwist slachtofferschap'' van de overbuurman - een van de criteria om in de aanpak te worden geplaatst. Ze overweegt naar het Europese Hof te stappen.  Maar op een ander punt behaalde ze juist een belangrijke overwinning. De beslissing van de gemeente om haar in de Treiteraanpak op te nemen was volgens de Raad wel degelijk een besluit, dat juridisch kan worden aangevochten.  "Dit kan grote gevolgen hebben", zegt Nora aan de telefoon. "Mensen hebben nu een middel in handen dat ik niet had. Voor de overheid is dit hele vervelende jurisprudentie." Ook Van der Linde noemt de uitspraak "extreem belangrijk". Het AcVZ laat weten dat het oordeel van de Raad inderdaad betekent dat er voortaan bezwaar mogelijk is.  Activistische burgers als Nora en Frank van der Linde kennen de weg in de rechtspraak en het openbaar bestuur. Voor veel mensen in een pga geldt dat niet. ‘’We zetten deze strijd voort voor mensen die driehoog achter op een huurflatje zitten met een kind’’, zegt Nora. ‘’Die worden gewoon verdrukt.’’ Volgens ombudsman Ramlal zien we slechts het topje van de ijsberg. ‘’Bij mij belandt maar een heel beperkt aantal zaken. Als één op de honderd mensen klagen bij de ombudsman, staat dat voor veel meer.’’ ‘’Mensen denken dat je gek bent’’, zegt Nora. ‘’Dat je aan achtervolgingswanen lijdt. Ik heb zo vaak te horen gekregen: je denkt toch niet écht dat je in de gaten wordt gehouden?’’

Lees verder